Met Wesley Sneijder en Arjen Robben in de basis begonnen de Madrilenen niet overtuigend aan de wedstrijd. Osasuna kwam zelfs op voorsprong in Santiago Bernabeu. Javad Nekounam zette de gasten verrassend op 1-0. In de rust bleef de slap spelende Sneijder achter in de kleedkamer en Rafael van der Vaart en Klaas-Jan Huntelaar kwamen binnen de lijnen.
Pas toen kon De Koninklijke een beetje een vuist maken. Overigens niet dankzij Huntelaar, die wederom een matige indruk achterliet. Met een beetje geluk, dat mag gezegd, kwam de thuisploeg zes minuten na de thee terug in het duel. Een afstandschot van Sergio Ramos ging door de grabbelende handen van doelman Roberto Alvarellos.
Niet veel later was het Robben, die een goede actie maakte en met links scherp voortrok. Gonzalo Higuaín hoefde de bal zo maar binnen te lopen. Aan de andere kant eiste Juanfran een hoofdrol op. In de eerste helft kreeg hij al geel voor een schwalbe in de zestien, na rust ging hij opnieuw in de zestien naar de grond. De scheidsrechter floot, maar zag over het hoofd dat Pepe op de tenen van de Osasuna-speler ging staan. Hij kon met zijn tweede gele kaart vertrekken.
Tegen tien man kreeg Real nog wat kansen op de definitief nekslag, maar mooie mogelijkheden waren aan Robben en invaller Marcelo niet besteed. Pas in de blessuretijd kon Robben zich opnieuw onderscheiden. De linkspoot schoot hard binnen, al zag de doelman er opnieuw niet lekker uit. Door de overwinning staat Real Madrid nu op de tweede plaats. Sevilla heeft evenveel punten, maar een slechter doelsaldo. FC Barcelona heeft twaalf punten voorsprong.