Het was Arsenal dat de score op Anfield Road na 36 minuten opende. Op aangeven van Cesc Fabregas schoot Arshavin de bal via de onderkant van de lat binnen. Pas in de tweede helft kon Liverpool via Fernando Torres met een antwoord komen. De Spanjaard kopte raak uit een voorzet van Dirk Kuijt. Hier ging een fout (lees: simpel balverlies) in de Arsenal-defensie aan vooraf.
In de 56e minuut bezorgde Yossi Benayoun op merkwaardige wijze voor de enige voorsprong die Liverpool zou krijgen in de wedstrijd. Een voorzet van opnieuw Kuijt werkte de middenvelder glijdend en in het bijzijn van twee Liverpool-verdedigers bij de tweede paal binnen. Lukasz Fabianski kon de bal slechts vanaf een halve meter achter de doellijn pareren. Ook de scheidsrechter was dat niet ontgaan.
Het was Arshavin die vervolgens een sensationeel slot inzette en daar zelf ook een heel grote rol in had. Eerst zorgde hij in de 66e minuut met een wegdraaiend schot van een meter of zestien voor de 2-2, vier minuten later profiteerde hij van slap uitverdedigen bij Liverpool: 2-3. Torres, die ook nog een kopbal van de lijn gehaald zag worden, zorgde niet gek veel later alweer voor de gelijkmaker.
Arsenal leek vervolgens aan het langste eind te trekken. Via een messcherpe counter bleef Arshavin opnieuw ijzig kalm één op één met José Reina: 3-4. Maar Liverpool zou Liverpool niet zijn als het zich niet alsnog terug zou vechten in de wedstrijd. Dat gebeurde dan ook. Met inmiddels Ryan Babel binnen de lijnen, was het Benayoun die de bal in de zestien van Arsenal, na een wanhoopsbal van achteruit, pardoes voor de voeten kreeg en alsnog een punt redde voor de thuisploeg.