Dit jaar lijkt het tiki-taka voetbal waarmee FC Barcelona de harten van de voetballiefhebbers stal op haar retour. Al kan de ploeg komend weekend de landstitel grijpen, het sprankelende is er wel een beetje af. Hoe anders was dat in het najaar van 2010. Het totaalvoetbal vierde hoogtij in Catalonië. Kunst, dat was het. De spelers onder leiding van Josep Guardiola waren de grootmeesters en de 5-0 overwinning op Real Madrid in Camp Nou, het Louvre van het voetbal, was hun magnum opus, het ultieme pronkstuk van het tiki-taka voetbal.
De 1-0 van Xavi Hernandez. De goal viel na 10 minuten en had een luchtje van buitenspel. Iets dat na het bekijken van de herhaling niet het geval bleek. Natuurlijk niet, want er was geen ruimte voor toeval die novemberavond. De perfectie werd bereikt door de randen van het toegestane op te zoeken en gekenmerkt door de ultieme beheersing van het mogelijke. De aanval eindigde met een lobje over de verbouwereerde Iker Casillas. De doelman die een paar maanden eerder nog de wereldbeker omhooghield stond verloren met zijn armen in de lucht te zwaaien, als iemand die tevergeefs een mug in de lucht probeert te grijpen.
Na zowaar een mogelijkheid voor Real Madrid, een schot van Angel di Maria overgetikt door Victor Valdes, scoorde Pedro in de 19e minuut de 2-0. Een intikkertje na - eigenlijk overbodig om te zeggen - wéér een vloeiende aanval. Real Madrid-trainer José Mourinho en captain Iker Casillas; ze waren totaal beduusd en waarschijnlijk angstig voor de resterende 70 minuten. Toch bleven de Madrilenen nog lang in de wedstrijd, of, beter gezegd, ze werden lang in de wedstrijd gehouden.
Maar in de tweede helft bleek de angst dan toch gegrond. Het was showtime. In de 55e minuut, toen Messi met een verrassende versnelling en een splijtende steekpass (op het randje maar - natuurlijk - niet over het randje buitenspel) David Villa in staat stelde om eenvoudig de 3-0 binnen te schieten. Eenvoudig. Het klinkt paradoxaal, maar zo zag het onaardse voetbal van FC Barcelona er die avond toch echt uit. Zo gepolijst, tot in de minuscule details beheerst; het briljante oogde eenvoudig. De ultieme proeve van vakmanschap, zullen we maar zeggen.
Drie minuten later was het opnieuw David Villa die de Catalanen deed huilen van geluk en de voetballiefhebbers deed watertanden van genot. Want de steekpass van (opnieuw) Messi, die Villa vrij voor Casillias deed zetten: de Nachtwacht onder de steekballen.
Het werd nog 5-0 in blessuretijd. Er viel nog een rode kaart aan Madrileense kant. En er gebeurde in de slotminuten vast nog wel meer van statistische waarde. Maar het deed er niet meer toe. Iedereen was als in trance gebracht door de schoonheid van voetbal, van tiki-taka. Het voetbal van FC Barcelona was op 29 november 2010 hypnotiserend mooi en grensde aan de perfectie, als het dat al niet was: perfect en onvergetelijk.