De teen van Casillas
De laatste keer dat een voetbaleftal van Nederland in de WK-finale stond was op het WK van Zuid-Afrika in 2010. De mannen van Bert van Marwijk waren moeizaam aan het eindtoernooi begonnen, maar maakten steeds meer indruk. Zo werd er in de groepsfase moeizaam van Denemarken (2-0), Japan (1-0) en Kameroen (1-2) gewonnen. Na een matige achtste finale tegen Slowakije (2-1) maakte het Nederlands Elftal meer indruk tegen Brazilië (2-1) en Uruguay (3-2). Door die laatste overwinning werd de finale gehaald en daarin wachtte Spanje. De ploeg van Vicente del Bosque Soccer City stadion de betere ploeg. Maar dankzij een fenomenale Maarten Stekelenburg kwamen Cesc Fabregas en David Villa niet tot scoren. Dat lukte Arjen Robben ook niet bij dé kans van de wedstrijd. Eén op een met Iker Casillas mistte hij jammerlijk, waarna Andres Iniesta na een rode kaart van Johnny Heitinga Spanje naar de wereldtitel schoot.
Dubieuze tegenstander in finale
32 jaar eerder stond het Nederlands Elftal eveneens in de WK-finale, ditmaal in Argentinië waar Jorge Videla met harde hand regeerde. De dictator had het wereldkampioenschap naar Zuid-Amerika gehaald en wilde daarin koste dat kost dat zijn land de finale haalden. Op het WK dat volgens velen nooit gespeeld had mogen worden, haalde Argentinië op dubieuze wijze de finale. Het gastland zou Peru hebben omgekocht, waardoor die ploeg met de precies de goede marge werd verslagen (6-0). Oranje moest het onder supertrainer Ernest Happel stellen zonder wereldtoppers als Johan Cruijff en Willem van Hanegem de finale. Johnny Rep en Rob Rensenbrink stonden op en bezorgden ons een finaleplaats. Daarin bezorgde laatstgenoemde Nederland bijna de wereldtitel, maar Rensenbrink schoot bij een 1-1 stand vlak voor tijd op de paal. Na verlenging werd er uiteindelijk met 3-1 verloren door een fenomenale Mario Kempes. Aan Nederlandse zijde scoorde Dick Nanninga.
Zwembadrel voor finale
Vier jaar eerder waren Cruijff en Van Hanegem er wel bij. Sterker, Cruijff was in die tijd de beste speler van de wereld en Van Hanegem was volgens kenners de de beste speler op het WK. Onder bondscoach Rinus Michels speelde Oranje totaalvoetbal en met het aanvallende spel werden toplanden als Argentinië (4-0) de DDR (0-2) en Brazilië (2-0) overtuigend verslagen. Doordat boulevardkrant BILD voor de finale had uitgemaakt met de 'zwembadrel', was de sfeer onder de spelers gespannen. Desondanks begon Nederland geweldig aan de finale tegen West-Duitsland. Het gastland werd vanaf de aftrap van het kastje naar de muur getikt en daarom moesten ze al na een minuut aan de noodrem trekken. Johan Neeskens benutte de strafschop en zo ging Oranje aan de leiding. Maar na 25 minuten kantelde de wedstrijd en uiteindelijk zorgden Paul Breitner en Gerd Müller ervoor dat West-Duitsland de finale won.