Wanneer Leeuwenburgh de gordijnen in zijn appartement in Kaapstad ’s ochtends opzij schuift kijkt hij uit over de uitgestrekte Zuidelijke Atlantische Oceaan. Met een beetje mazzel ziet hij in de verte water spuitende walvissen. “Ja, dat is even anders wakker worden dan thuis in Nederland”, vertelt Leeuwenburgh. In juli tekende de doelman uit Heinenoord, een dorp ten zuiden van Rotterdam, een contract voor drie seizoenen bij Cape Town City, uitkomend in de ABSA Premiership van Zuid-Afrika.
PENALTYKLLER
Inmiddels herkennen steeds meer mensen hem op straat in Kaapstad. Niet alleen doordat hij bijna twee meter is, maar vooral door zijn prestaties bij Cape Town City. Op 29 september won Cape Town City de MTN8 Cup, de meest prestigieuze van twee bekertoernooien in Zuid-Afrika. Leeuwenburgh stopte twee penalty’s tijdens de penaltyserie in de finale in Durban tegen de bekerhouder Super Sport United. “Vorig seizoen verloor Cape Town de bekerfinale van Super Sport. Nu hebben we mooi revanche genomen. Dat ik daarin een mooie rol kon spelen was top. In de halve finale wonnen we van regerend landskampioen Mamelodi Sundowns. Het kwam toen ook aan op strafschoppen en ook toen pakte ik twee penalty’s. Ja, ze zien mij hier nu als een penaltykiller, haha. Ik word nu vrij vaak aangesproken in de supermarkt of wanneer ik ergens iets ga eten of drinken. Het gevoel om als voetballer van waarde te kunnen zijn voor een team heb ik lang niet gehad.”
Leeuwenburgh zit in de auto op weg naar huis na een training als we hem spreken. Het is 24 graden in Kaapstad, geeft hij aan. Het is lente daar. Sinds zijn komst naar Cape Town miste Leeuwenburgh een van de elf officiële wedstrijden. “Toen ik hier een paar dagen was had ik iets verkeerds gegeten of iets te veel kraanwater gedronken. Het kwam er aan alle kanten uit. Na een paar dagen was ik weer de oude en stond ik weer op doel."
In zijn laatste twee seizoenen bij Ajax kwam Leeuwenburgh niet verder dan vijf optredens voor Jong Ajax. Hij was vooral actief op de trainingsvelden. “Daar heb ik nu wel profijt van. Voor keepers zijn de trainingen veel intensiever dan wedstrijden. Dan heb je zeker als keeper van Ajax vaak niet meer dan vijf momenten waarop je je moet onderscheiden. Op de training maak je veertig tot vijftig reddingen. Ik was fysiek gezien dus helemaal in orde door het trainen. Mentaal gezien zijn wedstrijden wel heel anders. Je moet je focussen op de momenten die komen. Daar moest ik wel weer even aan wennen.”
DROOM VOORBIJ
Hij was een jaar of tien toen hij in de jeugdopleiding van Ajax startte met de ambitie om ooit eerste keeper van Ajax te worden. “Dat dat niet is gelukt blijft wel een teleurstelling. Ook omdat mijn leven en dat van mijn familie daar omheen draaide. Maar achteraf besef ik ook dat ik er nooit echt dichtbij heb gezeten. Het was niet zo dat het tussen mij en een andere keeper ging. Er waren meer keepers die voor mij zaten. Al vond ik eerlijk gezegd niet iedereen duidelijk beter dan mij. Maar bij Ajax gelden soms andere regels… In het seizoen 2014/15 was ik derde keeper achter Jasper Cillessen en Diederik Boer. We speelden toen in de Champions League tegen Barça en PSG en Frank de Boer was trainer. Ik hoopte dat seizoen nog stiekem op een bekerpotje, maar die kans kreeg ik niet. Op een gegeven moment merk je dat de kans steeds kleiner wordt om je droom te realiseren.”
Met rugnummer 40 stond Leeuwenburgh in mei 2014 nog wel bij Ajax 1 op het veld tijdens een oefenwedstrijd in Indonesië na afloop van het Eredivisie-seizoen. “Ook al was het geen officieel debuut, ik bewaar er mooie herinneringen aan. Ik stond er dan toch mooi: in Ajax 1, in een vol stadion. Ik hoopte daarna op meer, maar helaas. Ondanks alles koester ik de mooie momenten bij Ajax, waar ik ben opgegroeid. Ik ben natuurlijk door mijn ouders grootgebracht, maar ook voor een groot deel door de mensen bij Ajax. Mijn eerste vliegreis ooit was met de E’tjesvan Ajax naar Italië. Daar speelden we alle Europese topclubs zoek en wonnen we de finale van Juventus. Later hebben we met de B1 de eerste Future Cup op De Toekomst gewonnen. En ik heb ook een aantal goede vrienden overgehouden aan mijn jaren bij Ajax.”
Wie zijn dat?
“Vooral Kaj Sierhuis, Dani de Wit en Zian Flemming, die nu bij PEC Zwolle speelt. We speelden heel vaak tussen de trainingen door 30 Seconds. Zian en ik waren als koppel echt onverslaanbaar. Meerdere jongens hebben het samen geprobeerd, haha. Deze vier jongens bel en app ik regelmatig. Ik vind het mooi om te zien dat Kaj en Dani nu steeds meer speeltijd krijgen bij het eerste elftal. Net als Carel Eiting, met ik ook goed kon opschieten. Hij is trouwens ooit in Kaapstad geweest en is gek van Zuid-Afrika. Ik denk dat hij wel een beetje jaloers is op mij, haha. Ik heb de jongens uitgenodigd om eens deze kant op te komen. Of dat lukt is afwachten. Zij krijgen het steeds drukker.”
TRANSFERVRIJ
Afgelopen zomer vertrok Leeuwenburgh transfervrij uit Amsterdam. “Ik houd er een dubbel gevoel aan over. Ajax blijft diep in mijn hart mijn club. Maar de relatie werd in de loop van de jaren koeler, zakelijker. Toen ik binnenkwam op De Toekomst was ik echt supporter van Ajax. Wanneer ik zelf niet hoefde te spelen ging ik met mijn ouders naar trainingen of wedstrijden van het eerste. Ik kreeg ook een seizoenkaart en zat iedere thuiswedstrijd in de ArenA. Die spelers waren mijn helden. Naarmate je ouder word verandert alles. Je groeit dan via de jeugd naar het eerste en bent dan zelf speler van het eerste. Als mensen binnen de club dan beslissingen tegen jou nemen neemt die liefde wat af. In mijn laatste jaar had ik ook niet meer de behoefte om naar wedstrijden van het eerste te gaan. Dan had ik al een hele week getraind en vond ik het fijner om een zondag op de bank te hangen.”
Had je al voor afgelopen zomer de drang om Ajax te verlaten?
“Ja, eigenlijk wel. Maar het kwam er niet van, om verschillende redenen. In sommige gevallen wilde Ajax niet meewerken en ik raakte ook een keer op een ongelukkig moment geblesseerd. Een half jaar huurperiode bij FC Dordrecht pakte niet uit zoals ik hoopte. Uiteindelijk ben ik te lang bij Ajax gebleven. Ik heb in al die jaren wel gemerkt dat trainers in Nederland goed zijn in om iets heen draaien. Zeg gewoon waar het opstaat als je een keuze maakt: zoals voor wie keept. Ik was zelf ook trainer bij een Onder 19-team van een amateurclub en heb me altijd voorgenomen eerlijk en open te communiceren met spelers.”
Hoe is het nu om te trainen onder ex-Ajacied Benni McCarthy?
“Hij is een echte people manager. Ik heb een goede verstandhouding met hem. Ik wist natuurlijk al dat hij vroeger bij Ajax heeft gespeeld. Toen we elkaar ontmoetten hebben we een tijdje over onze ervaringen bij Ajax gesproken. McCarthy probeert de speelwijze van Ajax hier in te voeren. Dus hier kan ik veel meevoetballen. Het valt me op dat bij McCarthy iedereen gelijk is. Niemand krijgt privileges. In Nederland merkte ik dat jongens zich boven de groep plaatsen en zichzelf wel heel belangrijk vinden. Dat zie je hier niet. Wat je hier wel ziet is dat alle spelers dansen en zingen tijdens de warming-up, in de kleedkamer en vlak voor wedstrijden. Ik ben als keeper voor de wedstrijd wat eerder op het veld, dus ik voel niet altijd de drang om mee te dansen met de rest. En ik ben ook lang niet zo soepel in de heupen als de Afrikaanse jongens. Mijn zangkwaliteiten zijn ook niet al te best. Ik laat het dansen en zingen aan hen over. Dat is niets voor zo’n lange, aritmische Nederlander, haha.”
THE BIG FIVE
Toen Leeuwenburgh wist dat hij moest vertrekken bij Ajax kwam een transfer naar Zuid-Afrika niet direct in hem op. “Mijn plan was om in Nederland te blijven of ergens in Europa te gaan spelen. Ik had wat opties, maar die spraken mij niet voldoende aan. Toen dacht ik verder na. Ik was al eens met mijn vriendin in Kaapstad op vakantie geweest en haar familie komt hier al jaren. Ik wist dus hoe het leven hier was en hoe mooi het land is. Met mijn zaakwaarnemer besloot ik bij Cape Town City te informeren of zij een keeper nodig hadden. Ajax Cape Town was geen optie. Zij zijn vorig seizoen gedegradeerd uit de hoogste divisie. Een niveautje lager zag ik echt niet zitten. De eigenaar van Cape Town City, die een verleden heeft bij Ajax Cape Town, was gelijk positief. Voor de transfer had hij nog contact met een aantal mensen bij Ajax, hoorde ik later. Zij waren enthousiast over mij en binnen een dag of vijf na het eerste belletje was de deal rond. Vooraf had ik het plan besproken met mijn vriendin. Zij zag het ook zitten, maar kon niet gelijk mee. Ze komt over twee weken deze kant op en heeft al een aantal sollicitatiegesprekken gepland. Ze gaat hier hockeyen bij een van de grootste hockeyclubs van Kaapstad. Voor haar is het goed om een sociaal leven te hebben buiten mij. Anders zit je steeds op elkaar te wachten.”
Hebben jullie al plannen om Zuid-Afrika te verkennen?
“Dat staat op de planning voor na het seizoen. Misschien dat we dan naar het Kruger Park gaan en The Big Five afstrepen. We willen ook Robbeneiland bezoeken. Dat lijkt mij indrukwekkend. Ik ben niet van plan om met de haaien te duiken, in van die kooien. Dat is niets voor mij, haha. Ik kijk liever naar de walvissen. Rond uitwedstrijden zie ik ook veel van het land. We stappen voor elk uitduel in het vliegtuig en moeten dan soms nog een paar uur in de bus. De snelwegen zijn gelukkig prima.”
Voor hoe lang zou je eigenlijk in Zuid-Afrika willen blijven?
“Nou, voorlopig zit ik hier goed. Kaapstad is echt geweldig. De omgeving is prachtig. Kaapstad heeft veel weg van een Europese hoofdstad. Alles wat je nodig hebt is aanwezig en de stad is vrij modern. Iedereen spreekt goed Engels. Het leven is veel goedkoper dan in Europa. Je kunt hier financieel gezien beter uit eten gaan dan boodschappen doen en koken. Mijn keuze voor Kaapstad was vrij snel gemaakt omdat ik hier al eens was geweest. Anders had ik er niet over nagedacht. Ik ben van nature niet heel avontuurlijk ingesteld en voel me fijn in een vertrouwde omgeving. Het is ook niet zo dat ik de behoefte heb om later nog eens in de VS of Australië te voetballen. Mijn leven hier voelt ondanks de trainingen en wedstrijden als een soort permanente vakantie. Zoals ik me nu voel hoef ik niet binnen een jaar weer weg. Of er moet echt iets moois voorbij komen. Ik weet niet hoezeer de Zuid-Afrikaanse competitie wordt gevolgd in Europa. Er gaan jaarlijks wel wat jongens vanuit hier naar Europese competities. Wie weet wat komt voor mij, maar in Zuid-Afrika voel ik me eindelijk weer echt voetballer.”