Een voetbalacademie via de Europese manier, dat moet de handelswijze worden van het meerjarenplan dat Danny van Bakel samen met buitenlandse investeerders voor ogen heeft. Twintig Vietnamese jongens tussen de veertien en zestien die worden samengesteld door Engelse scouts met een Oxford United-verleden en daarna drie maanden lang in Ho Chi Minh stad (voormalig Saigon) worden klaargestoomd voor het echte werk. Met die groep trekken Van Bakel en zijn kompanen naar Engeland, waar het tegen leeftijdsgenoten van grote Engelse clubs zal spelen. Dat allemaal op de voet gevolgd door een Vietnamese cameraploeg, die het hele avontuur uitzendt op de nationale tv.
Het moet het begin zijn van een nieuw voetbalteam in Cam Ranh en de academie wil dienen als vijver voor de club. Topsportklimaat bijbrengen en als brug fungeren voor clubs in Europa. In Van Bakel ziet men een Hoofd Opleiding: "Er moet nog veel gebeuren. We willen het technisch en tactisch aanpakken zoals in Europa. De structuur klopt hier van geen kant. Teveel corruptie. Dan zit je tegen piramides aan te boksen die schots en scheef staan. Ik wil zo min mogelijk contact met Vietnamezen die iets met voetbal te maken hebben. Ze denken dat ze iets van het spelletje weten, maar ze zitten er alleen voor hun eigen portemonnee."
KOUD WATER
Die portemonnee was een belangrijke reden voor Van Bakel om negen jaar geleden de poging te wagen naar Vietnam. Geldropse luxe maakte plaats voor primitieve woonomstandigheden, maar een blik op zijn bankrekening stelde hem snel gerust: "Ik speelde bij Dong Nai. Daar sliep ik in een hotel waar ze geen warm water hadden. Nu was het wel een subtropisch klimaat, maar ik heb een jaar lang met koud water gedoucht. Drama. We moesten ons eigen shirtje wassen, het veld was niet gemaaid, ballen niet opgepompt en de kamers waren klote, maar daartegenover stond wel een mooi salaris."
"Het salaris was netto en dat spaarde ik. Van de wedstrijdbonus kon ik prima leven en zelfs op vakantie. Kreeg ik tegengeld erbij en dat was ook een aardig bedrag. Ineens zie je je bankrekening omhoog gaan. Echt het tegenovergestelde met Nederland. Daar had ik mijn vrienden, was het leven goed en de kamers schoon, ging ik vaak uiteten in een restaurant en was het lachen, gieren, brullen. Ik braste mijn geld op. In Vietnam geen luxe, maar wel aardige financiën en ik bouwde een familie op."
POPPENKAST
Van Bakel krijgt een relatie met de bekendste DJ van het land: DJ Myno. Het 'boerke' uit Geldrop staat jarenlang in de spotlights en de relatie is te vergelijken met die van Yolanthe en Wesley Sneijder. Geen tijdschrift vliegt de deur uit zonder aandacht voor het sterrenkoppel. Inmiddels is de storm enigszins gaan liggen. Vooral omdat Van Bakel zich samen met zijn vrouw Myno en hun twee kinderen in expat-gebied bevindt en er niet meer aan zijn shirtje wordt getrokken. Al zit er zo nu en dan nog een fotoshoot tussen: "Het was fantastisch om mee te maken en ik heb er commerciële contracten aan overgehouden. Nu hoeft die poppenkast van mij niet meer. Ik ben er helemaal klaar mee, kots het voortaan uit."
Als menneke had hij nooit van een succesvolle carrière in Vietnam durven dromen. Na jarenlang gespeeld te hebben bij RKSV Braakhuizen, verkaste hij in de C-jeugd naar Geldrop. In zijn ogen niet eens de uitblinker van het team, maar wel iemand met de meeste voetbalkennis. "Als je de opstelling van FC Emmen wilde weten, lepelde ik die uit mijn hoofd." Bij Geldrop- waar hij vanwege zijn lengte bekend stond als 'Langen Draak'- was het gezelligheid troef. Vooral buiten de lijnen. Drie keer op stap in de week. Minimaal. "Vrijdagmiddag ging ik op stap tot laat en de volgende dag moest ik voetballen. In een van die wedstrijden dat ik half dronken op het veld stond, ben ik gescout." Helmond Sport zag de 17-jarige Van Bakel graag naar De Braak komen en zo geschiedde. Maar zijn eerste kennismaking bracht hem aan het twijfelen. "Ik voelde me een houten klaas. Die jongens draaiden veel makkelijker en ik dacht niet dat ik het lang zou uithouden."
FRIET BAKKEN
Hoe meer trainingen Van Bakel meedraait, hoe beter hij wordt. Technisch directeur Mario Captein is overgekomen van Geldrop en ziet het wel in hem zitten. Hij nodigt Van Bakel samen met zijn opa en oma uit voor een gesprek. "Captein vertelde mij in dat gesprek dat hij me graag bij de selectie haalde. Dan denk je wel: is het toch gelukt om profvoetballer te worden. We hadden vroeger geen auto dus ik ging iedere dag bij ons opa achterop de scooter. Door regen en wind. Er veranderden dingen toen ik bij de selectie kwam. Ik moest meer op mijn voeding letten. Ons oma stond op wedstrijddagen friet te bakken. Ik liep naar haar toe en zei 'volgens mij is dat niet goed zo vlak voor de wedstrijd. Bij Helmond gaan we altijd in een hotel eten en krijgen we kip en salade.' Maar ze wist niet beter. In mijn tijd bij Geldrop maakte het niks uit wat ik naar binnen werkte."
Helmond Sport blijkt het begin van zijn spectaculaire reis. Van Bakel meent dat hij met een goede mentaliteit verder had kunnen reiken in Nederland: "Pas in Vietnam had ik vaste tijden en structuur. Toen raakte ik echt fit. Met die mentaliteit bij Helmond Sport had ik in Nederland beter voor de dag kunnen komen. Ik ging in plaats van drie keer maar een keer in de week op stap en niet een dag voor de wedstrijd, maar twee dagen. Op dat moment dacht ik dat ik goed bezig was. Maar daar had ik het niet mee gered."
Na zijn periode bij Helmond Sport strijkt Van Bakel neer bij het inmiddels failliet verklaarde Dijkse Boys. "Daar heb ik mijn mooiste jaren gekend. Qua gezelligheid dan. Eigenlijk waren we een paar idioten bij elkaar. Na iedere wedstrijd bleven we tot laat hangen in de kantine en vaak kwam er een volkszanger langs. Als we in de krant lazen dat een jongen van Baronie tien wedstrijden schorsing kreeg, zat hij een week later bij ons op de bank. Het leek wel alsof ze daarop scoutten."
Via Dijkse Boys maakt Van Bakel nog een uitstapje naar België, waar hij naar eigen zeggen 'alle cafés en discotheken in Antwerpen en omstreken heeft gezien', totdat hij faam maakt in Vietnam. Een slepende knieblessure noodzaakt hem twee jaar geleden een einde te maken aan zijn voetballoopbaan. "Ik liep lang rond met pijn in mijn knie en nam pijnstillers omdat ik moest spelen. Op een gegeven moment kon ik niet meer en moest ik wel stoppen. Dat voel ik nog steeds, is iets blijvends. Laatst was ik in Nederland en na driehonderd meter hardlopen verrekte ik van de pijn. Een maat van me vroeg 'hedde gij die hakken van jullie oma aangetrokken?', zo mank liep ik. Ze hebben echt van alles in mijn knie en kont gespoten om me fit te houden. Ik weet niet wat het was, maar een afgestudeerde dokter was het in elk geval niet. Geen alcohol nee, daar had ik nog wel wedstrijden op kunnen spelen."