Ha Michael, kan je iets meer over je amateurclub vertellen?
“Ik speelde bij RKTVV, een club die inmiddels met NOAD en LONGA gefuseerd is tot FC Tilburg. Het was een multiculturele club, met rood-wit-blauwe shirtjes. In de clubkleuren. Toen ik er speelde, voetbalde het eerste de club vaak in de tweede klasse. Tijdens mijn eigen tijd in RKTVV 1 helaas een niveautje lager, in de derde klasse. We hadden een goed team, maar gaven op de belangrijke momenten niet thuis.”
Hoe ben je bij de club terechtgekomen?
“Ik speelde eerst bij de amateurtak van Willem II, waarna ik een jaar bij DWC, een club in Dongen, heb gespeeld. Toen verhuisde ik naar Tilburg en ben ik naar RKTVV gegaan. Ik kwam in de C2* terecht. Na een half jaar werd ik overgeheveld naar de C1. Daar heb ik twee jaar in gespeeld en daarna nog twee jaar in zowel de B’tjes als de A’tjes. Na een jaar in de A’tjes kon ik de overstap maken naar het eerste. Ik zag dat niet zitten. Ik vond voetballen met mijn vrienden leuker.”
Was dat een moeilijke beslissing?
“Totaal niet. Ik voorzag op dat moment niet dat ik een professionele carrière tegemoet ging. Toen ik eenmaal in het eerste zat, werd ik vaak benaderd door hoofdklassers. Ik vond dat niet interessant. Ik wilde gewoon lekker met mijn vrienden zijn. Pas toen Willem II interesse had en ik een stageperiode kreeg aangeboden, werd het een ander verhaal. Toen kreeg ik de kans om profvoetballer te worden.”
Wat vond je zo tof aan met vrienden spelen?
“Dat vind ik lastig uit te leggen. Ik denk dat het bij amateurvoetbal hoort. Je ziet ook in het zesde seniorenelftal van een club spelers die hoger aankunnen, maar voor hun vrienden kiezen. Ik vond een stapje hogerop het ook niet waard.”
Veel andere profvoetballers hadden in de jeugd als doel zo snel mogelijk zo hoog mogelijk te komen.
“Dat is zo. Als je een elftal over kan slaan, is dat goed voor je ontwikkeling. Dus als jonge speler bij een betaald voetbalclub doe je dat sowieso. Maar ik voetbalde bij de amateurs en dacht niet aan een professionele carrière. Ik vind het wel jammer dat ik zo’n traject niet heb gehad. Richairo Zivkovic trainde als B-junior bij het eerste van FC Groningen mee. Je leert daar enorm veel van.”
Misschien is ook wel een voorrecht dat u een periode bij een amateurclub hebt kunnen maken, in tegenstelling tot veel van uw collega’s.
“Klopt ook. Ik heb in mijn jeugd niet alles hoeven laten voor een carrière als profvoetballer. Ik kon gewoon met mijn teamgenoten op stap gaan. Ik heb goede vriendschappen opgebouwd en heb nog steeds contact met veel jongens. Pas in de beloften van Willem II ging de focus volledig op voetbal.”
Was het moeilijk om het contact te houden?
“Neuj. Je weet wie je echte vrienden zijn als je ze bijna niet ziet. Ik woon niet meer om de hoek, het is niet meer elke dinsdag en donderdag samen trainen en op zondag voetballen. Maar anderen zijn ook hun eigen weg ingeslagen. Er wonen ook ploeggenoten van toen in Rotterdam. Als je vrienden bent, maakt afstand niet uit.”
Kom je nog wel eens bij de fusieclub?
“Ik ben er niet meer geweest. Door de afstand is het lastig er te komen. En ik voel sowieso een andere band met de fusieclub. Ze spelen op een andere locatie, in andere shirts. De mensen van vroeger zijn weg. Het is een hele andere club geworden. Voor mijn gevoel is RKTVV opgehouden te bestaan.”
Was het verschil tussen de vrijblijvendheid van het amateurvoetbal en de professionaliteit van het profvoetbal lastig?
“Daar groei je vanzelf in. Natuurlijk moest ik in het begin wennen aan de intensiteit en de hoeveelheid trainen. Gelukkig wist ik een half seizoen voor mijn overstap dat ik ging aansluiten bij Jong Willem II. De trainer daar, Marco de Ruiter, adviseerde mij elke week een training bij de beloften mee te pakken. Zo ging ik van twee naar drie keer per week trainen en raakte ik al enigszins gewend aan de belasting. Het verschil was minder groot.”
Wat mis je aan het amateurvoetbal?
“Ik mis eigenlijk helemaal niks. Ik heb een toptijd gehad daar, maar ik zou niet terug willen. Misschien is dat over een paar jaar anders.”
Noot: de C’tjes zijn in de jeugdstructuur van de KNVB inmiddels omgedoopt tot de Onder 15, de B’tjes tot de Onder 17 en de A’tjes tot de Onder 19.
De amateurclub van… Michael de Leeuw:
Club: RKTVV (inmiddels gefuseerd tot FC Tilburg)
Locatie: Tilburg
Aantal jaren bij de club: acht jaar
Favoriete jeugdtrainer: Edwin Spierings. “Dat was de trainer van de C1. Ik heb van hem het meeste geleerd. Vooral tactisch.”
Favoriete ploeggenoot: Thomas Horpers. “Het is moeilijk om iemand eruit te pikken, maar met hem kon ik op het veld lekker samenspelen. Een snelle linksbuiten met goede acties.”
De club in één zin: “Het is een club waar iedereen blijft hangen na de wedstrijd.”