Voetballers zullen altijd voetballers blijven. De geur van het veld, humor in de kleedkamer en spanning voor een wedstrijd zijn als een natuurlijke drug. Zo mooi als tijdens hun actieve carrière wordt het niet meer. Als de loopbaan van Everton de eerste ontdekkingsreis van Columbus zou zijn dan was het Amerikaanse vasteland inmiddels in zicht. Everton is 36 jaar, maar heeft moeite met de gedachte te stoppen. Het spelletje blijft immers leuk. Zolang hij niet hoeft te leuren met zichzelf zoals Gerard Joling met zijn nieuwste hits, gaat Everton nog minstens twee jaar door. “Tegenwoordig speel ik voor USC Paredes, een club uit de derde divisie van Portugal. Ik ben nog fit, maar merk wel dat ik tegen het einde van mijn loopbaan zit. Als clubs mij bellen ga ik nog door, maar als ik 38 ben dan vind ik het mooi geweest.”
De bal heeft Everton via zijn thuisland Brazilië naar Nederland, Saoedi-Arabië, China, weer Brazilië en nu dus Portugal geleid. Van al die avonturen is die in Nederland het meest succesvol geweest. De onervaren jongen die in 2006 op het vliegtuig naar Nederland stapt, vertrekt zeven jaar later als clubheld. Everton draagt Nederland nog altijd een warm hart toe en hoewel het soms puzzelen is, spreekt hij de taal nog vrij goed. “Ik wilde altijd al in Nederland voetballen, want mijn idolen Romário en Ronaldo speelden er vroeger. In 2006 was ik met Grêmio Barueri kampioen geworden van de Serie A2. Ik werd topscorer en dat viel blijkbaar op bij Heracles.”
Met voorzitter Jan Smit
Het hele interview is te lezen in ELF nummer 1, die sinds vrijdag voor € 6,99 in de winkelschappen ligt. Daarin vertelt Everton over zijn band met Jan Smit, hoe Nederlands leerde en hoe hij de nabije toekomst ziet. De verdere inhoud van het blad vindt u hier.