Goede wil, maar weinig visie
Gudde, geflankeerd door mensen van de Eerste Divisie en de Keuken Kampioen Divisie én ministers Bruno Bruins van Sport en Wouter Koolmees van Sociale Zaken, waarschuwt al: dit is maar een aftrap. Het is meer dan hoopgevend dat er heel veel zwaargewichten van binnen en buiten het voetbal zijn komen opdagen. De zaak wordt serieus genomen, en omdat de overheid er voor veertien miljoen euro tussen zit krijgen we allemaal een fraai boekje in handen waarin wordt uitgelegd wat de plannen zijn.
Er zijn ideeën voor het voorkomen, het signaleren én sanctioneren van discriminatie in het voetbal. Concreet: scholing voor scheidsrechters en clubs, het uitrollen van een app waarmee discriminatie anoniem gemeld kan worden, beter gebruik maken van technologie en het instellen van een speciale aanklager. Het zijn goedbedoelde plannen, de aanwezigen wekken ook echt de indruk dat ze discriminatie de kop in willen drukken, maar het gouden ei zit er toch (nog) niet bij. Onbedoeld levert Mark Rutte in het boekje de kern van het probleem: discriminatie los je alleen op als iedereen zegt dat hij het niet accepteert.
Discriminatie is een maatschappelijk probleem. Zeker in de anonimiteit van sociale media kun je anno 2020 bijna alles ongestraft zeggen. Een kleine groep in de samenleving doet dat, een andere groep doet niets om in te grijpen. Zeker in het amateurvoetbal hebben we te vaak gezien dat discriminatie getuigen onbewogen laat. Afgelopen vrijdag nog grepen omstanders noch een steward tijdens een Eerste Divisie-wedstrijd in toen een meneer de Hitlergroet bracht. Als grapje bedoeld? Het zal, maar er waren hordes kinderen in de buurt. Hoe los je dat op? Wat kun je meer doen dan goede wil? Dat zijn de vragen die blijven. Racisme en discriminatie laten zich niet oplossen door simpelweg op een knopje te drukken.
De wedstrijd
Wat je in ieder geval kunt doen: leren van hoe het goed is. Bij Zeeburgia, waar gelijktijdig ook gezellige veteranen en sportieve meiden een balletje trappen, waar de frikandellen (halal) gebroederlijk tussen de broodjes bakkeljauw en het bier op de kaart staan, zien we hoe het moet. De jongens onder zeventien vormen een mooie afspiegeling van Amsterdam. Marokkaans, Turks, Surinaams, of juist blond en autochtoon, maar bovenal: Amsterdammers. Vastberaden, barmhartig, soms heldhaftig en altijd correct. Coaching gebeurt zonder dat het ziektes regent, wat de scheidsrechter beslist wordt zonder morren aanvaard. Nou ja, bijna zonder morren dan, het blijft voetbal.
En wat voor voetbal! In hoog tempo spelen de twee ploegen uitermate verzorgde spelletjes. Zeeburgia wint met 2-1 en na afloop geven de jongens elkaar netjes een hand. Wij hebben geen denktank of beleidsmedewerkers en zijn op ons boerenverstand aangewezen. Dat zegt ons: laat iedereen die schuldig wordt bevonden aan discriminatie eens een middagje meelopen aan de Kruislaan of op soortgelijke plekken in Rotterdam, Den Haag en Utrecht. De ironie van vorm- en hersenloze proleten die zulke mensonterende dingen roepen naar jongens en meisjes die samen plezier aan het maken zijn, die moet zo duidelijk worden gemaakt dat mensen zelf zien hoe kansloos hun gedrag is. Bij Zeeburgia zagen we voetbal zoals het moet. Sportief, in iedere zin van het woord.