Sinds Jeroen Rijsdijk in de winterstop overstapte naar Almere City is Boukhari naar voren geschoven als aanspreekpunt nummer één bij Jong Sparta. Daarnaast is hij ook assistent-trainer bij het eerste elftal. Hij maakt vaak lange dagen op de club, maar dat is absoluut geen opgave voor Boukhari. “Ik ben een voetbaldier. Jong traint altijd na het eerste, dus dat is prima te combineren. Ik doe het samen met Nico Jalink. Ik heb niet hoeven wennen, want ik ken de groep al drie of vier jaar. Ik ben nu geen assistent meer, maar dat betekent niet dat ik ineens hele andere dingen doe.”
Louis van Gaal
Boukhari is inmiddels 39 jaar. In 2014 hing hij zijn voetbalschoenen aan de wilgen. In principe wilde de aanvallende middenvelder verder als actief voetballer, maar een praatje met Leo Beenhakker gaf Boukhari’s leven een wending. “Ik speelde bij Sparta en we promoveerden bijna, maar uiteindelijk lukte dat niet. Sparta wilde wel door met me. Leo was toen een soort technisch adviseur. Die had gezien hoe ik het hele seizoen bezig was geweest met onder andere Mimoun Mahi. Afwerken, met binnenkant voet schieten, koppen... Leo zei: ‘ik zie bepaalde dingen in je die een mooie loopbaan kunnen opleveren.’ Ik vertelde dat ik helemaal niet wilde bijtekenen, maar Leo bedoelde als trainer. Zo is het balletje gaan rollen.”
Boukhari haalde snel zijn TC 2 en TC3 en is momenteel bezig met zijn TC1. “Ik heb altijd gezegd dat ik wilde blijven doorvoetballen zolang het fysiek mogelijk was. Maar toen Leo dat zei, dacht ik: weet je? Ik ga die jonge jongens dingen bijleren. Ik was altijd al goed met jeugd. Het begon allemaal met Mimoun Mahi. Ik was dag en nacht met hem bezig en na dat seizoen verdiende hij een transfer naar FC Groningen. Als je dan een belletje van hem krijgt waarin hij zegt dat ik hem onwijs geholpen heb, dan is dat heel leuk om te horen. Zo ben ik het trainerschap ook steeds leuker gaan vinden.”
Zelf maakte de Rotterdammer meerdere grote namen mee als trainer. Van Frank Rijkaard tot Ruud Krol en van Ronald Koeman tot Louis van Gaal. “Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet zo bezig was met het trainerschap tijdens mijn loopbaan. Maar nu ik terugdenk, besef ik wel: ik heb echt veel van die mannen geleerd. Ze hebben me ook echt leren houden van het spelletje. Louis was iemand die erop hamerde dat je persoonlijkheid moet uitstralen naar je groep, Koeman was heel duidelijk naar zijn spelers en Van Hanegem had een duidelijke speelwijze voor ogen. Zo pik je van iedereen dingen mee. Louis speelde ook erg in op het mentale. Hij wilde precies weten van zijn spelers wat er in hun koppie omging.”
Ayoub
Nog steeds maakt Boukhari weleens een praatje met onder andere Beenhakker zodra hij bij Sparta op de club is. “Dan vertelt hij me dat je jonge spelers hun fouten moet gunnen. Die gaan ze immers maken. Het is zaak dat je de oefenstof blijft herhalen en blijft benadrukken wat je wil zien. Ik mag niet klagen. De spelers worden beter en er is meer vraag naar Jong Sparta. Het is moeilijk om te zeggen wie er binnenkort zijn debuut kan maken in het eerste, want dat valt niet te zeggen. Er is een aantal jongens die regelmatig meetraint. Onder anderen Sven Mijnans, Bradly van Hoeven en Boyd Reith.”
Dan is er nog het jongere broertje van Boukhari: Ayoub. Twee jaar lang presteerde Ayoub uitstekend in de Tweede Divisie, maar dit seizoen komt hij minder vaak in actie. “Ayoub is al iets ouder. We zijn aan het doorselecteren. Ik kijk naar de belangen van de club, maar als ik niet om hem heen kan dan stel ik hem gewoon op. Hij traint goed en ik zie hem gewoon als speler van Jong Sparta. Niet als mijn broertje. Hij mag weg bij Sparta, maar ik weet zeker dat hij de potentie heeft voor de Keuken Kampioen Divisie. Voor de clubs uit die competitie: hij is op te halen bij ons.”