“Op zich gaat het goed. Na twee weken op proef werd me verteld dat ik kon blijven”, aldus de vleugelaanvaller uit het noorden van Schotland. Er was alleen één probleempje. “Ja, ik had wel een gebroken been. Ik dacht dat het gewoon een pijntje was na een duel met Gino Bosz op training, maar ik verbeet de pijn en tekende die dag nog het contract. Nou, een dag later bleek uit een scan dat been dus gebroken. Stond ik vier weken aan de kant.”
Geluk in de liefde
Dat is zelfs voor Schotten, niet een volk van piepers, wel een erg korte tijd om van een beenbreuk te herstellen. “Het was een simpele breuk, dus binnen een maand was ik hersteld en kon ik weer minuten maken.” Wat we hebben gezien doet in weinig denken aan kick & rush – Ross laat de bal liever op de grond het werk doen. Past het Nederlandse voetbal beter bij hem dan thuis? “Daar had ik het toevallig met mijn vader over, laatst. We denken van wel, ja. Beter dan die lange ballen thuis, daar krijg je een zere nek van.” Een gebroken been lijkt ons ook genoeg..
In beter nieuws: een gebroken hart is voorlopig niet aan de orde. Ross’ ploeg is momenteel niet gelukkig in het spel, maar de aanwinst heeft in de liefde meer meeval. “Ik heb een vriendinnetje leren kennen ja, een Nederlandse meid. Dat kwam net nadat Schotland zich kwalificeerde voor het EK, dus da’s mooi. En nu speeltijd, ja. Ik moet nog topfit worden, maar ben van plan dat hier te doen. Ik woon in Twello, het bevalt me tot nu toe heel goed. Corona makt het soms wel lastig. Mijn zus heeft een kindje gekregen en ik kan nu niet naar haar toe om de baby te bewonderen, mijn ouders kunnen ook niet naar hier komen. Da’s lastig, maar verder gaat het goed.”