Faas Wilkes
We trappen de lijst af met misschien wel één van de beste Nederlandse aanvallers ooit. Faas Wilkes had een prachtige techniek en veroverde de voetbalharten van alle voetballiefhebbers die hem bij Xeres en het Nederlands Elftal zagen dartelen. In 1949 lag de Rotterdammer echter zwaar onder vuur omdat hij een transfer maakte naar Internazionale en profvoetballer werd. De KNVB was furieus en wilde alleen amateurvoetballers in Oranje en daarom werd hij jarenlang uitgesloten voor interlands. Bij Inter en Valencia werd hij een legende, dus spijt van zijn beslissing zal hij nooit gehad hebben. Alleen zijn korte periode bij het vandaag jarige Torino liep uit op een teleurstelling.
Ciro Immobile
Nadat Italië op het WK van 2018 ontbrak kregen andere namen de kans. De nieuwe puntaanvaller werd Ciro Immobile en in die rol wist hij een belangrijke rol te vervullen op het EK van 2021. Met de blonde aanvallers in de spits wist het land van de laars zich namelijk tot Europees kampioen te kronen. BIj zijn clubs deed Immobile ondertussen wat hij altijd doet: scoren. Nadat hij bij Juventus niet wist door te breken, schoot hij in de Serie B bij Pescara met scherp. Bij Genoa presteerde hij vervolgens minder, maar een jaartje Torino bleek het beste medicijn. Hij werd topscorer van Italië en dwong een toptransfer af naar Borussia Dortmund, maar mislukte daar. Na een verhuurperiode aan Torino kwam het helemaal goed. Immobile speelt sinds 2016 bij Lazio en is daar een gevreesde aanvaller.
Denis Law
Weinig voetballiefhebbers zullen het weten, maar Denis Law had er al een half voetballeven opzitten, toen hij een glorietocht met Manchester United kende. Sterker, de Schotse superster speelde een jaartje buiten Engeland. Nadat hij bij Manchester City flink wat doelpunten had gemaakt, speelde hij een seizoen bij Torino. Hij presteerde er prima en maakte tien doelpunten in 27 wedstrijden. In 1962 keer hij terug in Manchester. Ditmaal voetbalde hij namens de The Red Devils en daar werd hij een absolute wereldspeler. Hij werd tweemaal kampioen van Engeland, pakte de Europa Cup I en maakte 171 treffers in 309 duels. De Schot is een levende legende bij Manchester United, ondanks het feit dat hij zijn loopbaan afsloot bij de lichtblauwe rivaal.
Wim Kieft
Inmiddels is Wim Kieft al jaren een bekende analist, maar als voetballer werd hij in Italië een ware sensatie. Nadat hij als piepjonge spits namens Ajax topscorer van Europa was geworden, vertrok hij op zijn twintigste naar Zuid-Europa. Bij Pisa werd hij een publiekslieveling en uiteindelijk stond subtopper Torino op de stoep. Kieft hapte toe, maar het avontuur liep uit op een grote teleurstelling. Hij begon erg goed bij zijn nieuwe club, maar raakte geblesseerd en was vervolgens voornamelijk bankzitter. Het zou nog helemaal goed komen met de carrière van Kieft. Bij PSV zou hij in zijn nadagen aan de lopende band scoren en won hij uiteindelijk zelfs de Europa Cup I. In datzelfde jaar werd hij Europees kampioen met het Nederlands Elftal, mede door zijn belangrijke doelpunt tegen Ierland.
Andrea Belotti
We sluiten de lijst af met een speler die absoluut niet mag ontbreken in deze lijst. Andrea Belotti was tot en met vorig seizoen de sterspeler van Torino. In 2017 zat de hele wereldtop achter Andrea Belotti aan nadat de klinische spits 26 doelpunten in 35 duels had gemaakt. AC Milan wilde ver gaan, maar de directie van Torino wilde 50 miljoen zien en dat was de Milanezen te gortig. Het laat meteen zien hoe belangrijk de tweebenige speler voor de Italiaanse middenmotor is geweest. Door de hoge vraagprijs bleef hij de club uiteindelijk zeven jaar lang trouw. In 251 wedstrijden namens Torino kwam hij tot 113 treffers en bij de Italiaanse ploeg bewees hij met twaakf doelpunten in 44 interlands ook zijn waarde. Deze zomer kwam de beloning met een transfervrij vertrek naar AS Roma. In de hoofdstad moet hij vooralsnog vooral genoegen nemen met invalbeurten.