(het volledige artikel uit de Nederlandse Voetbalrecords Special van ELF Voetbal, juni 2020, is hieronder te lezen)
Hij komt overeind uit zijn tuinstoel, maakt een buiging naar voren en raakt met beide handen de grond. “Die lange armen zijn aangeboren. Mijn spieren zijn lang, omdat ik vaak als training tegen een kopgalg sloeg. De lenigheid heb ik van mijn vader. Ik probeer actief te blijven. Met volleyballen ben ik gestopt. We speelden elke week in Zwaag met een stel oude mannen zes tegen zes. Het niveau laat zich raden. Daarvoor ben ik te fanatiek. Ik zit nog twee tot drie keer per week op de racefiets. Maar als de wind richting Halfweg staat, ga ik niet. Dan moet ik dat pleuriseind met wind tegen ook weer terug. Daar heb ik geen zin meer in.”
Jongbloed ziet er goed uit. Al vindt hij zichzelf te mager. Op het kleine terras voor het huis van zijn dochter Nicole in Badhoevedorp praat hij honderduit over zijn mooie en lange loopbaan. 26 seizoenen was hij betaald voetballer. 24 keer verdedigde hij de eer van Oranje onder de lat, maar pas op zijn 36ste werd hij fullprof. Zoals te lezen in zijn biografie Aparteling, in maart 2019 verschenen, zitten er inmiddels wat ‘scheurtjes in het geheugen’ van de nu 79-jarige Amsterdammer. Dochter Nicole (53) bood de helpende hand en treedt op als gastvrouw. "Mijn vader komt hier toch drie keer in de week."
WK’s
Buiten enkele dozen met krantenknipsels (‘van zijn oudste broer geërfd’) heeft Jongbloed niets meer bewaard. Bij dochter Nicole liggen de medailles van de WK’s van 1974 en 1978 in een kastje in de woonkamer. De Argentijnse plak bijna twee keer zo groot als die uit Duitsland. Goud van kleur, maar beide keren uitgereikt voor een tweede plaats. "Ik ga lachend op de foto, maar eigenlijk moet ik treurig kijken. Ik heb er nog steeds de pest over in. Na beide WK’s liep ik weken rond met teleurstelling.”
Dan pakt Jongbloed een groot bord waarop de vlag van Argentinië prijkt en daarboven de tekst Ente Autárquico Mundial 78. “Wat is dit? Waar ik dit heb gekregen, weet ik niet."
"We verbleven vijf weken in Argentinië. Van de spanningen in het land merkte ik weinig. Alleen als we een wandeling buiten het hotel maakten. Dan kregen we een heel leger mee ter beveiliging. Wat me vooral tegenstond was de afstand. Argentinië is ver. Voor elke wedstrijd moesten we weer vliegen. Een slaappilletje deed wonderen. De finale tegen Argentinië konden we zeker winnen. In de genoemde complottheorieën geloof ik niet." Jongbloed plaatst zijn handen een centimeter of tien uit elkaar. "Het scheelde zo veel. Die paal, hè? Met wat meer geluk scoort Rob Rensenbrink in de slotminuut en winnen we met 2-1."
Vier jaar eerder was het gastland ook te sterk. "Duitsland speelde in de finale beter, punt. Zo eenvoudig is het." Jongbloed, op dat moment keeper van FC Amsterdam, kreeg van bondscoach Rinus Michels verrassend de voorkeur nadat Jan van Beveren vanwege een blessure ontbrak. "Piet Schrijvers had het daar moeilijk mee, begreep ik. Ik zag hem elke dag. De keepers sliepen tijdens eindtoernooien altijd bij elkaar op de kamer. Michels had bij Ajax met Gert Bals een aanvallende keeper meegemaakt en wilde dat ook in Oranje. Toen ik op mijn twaalfde bij VVA op voetbal mocht, hadden ze al een keeper. Ik speelde op diverse posities. Met name als linksbuiten. Pas als onze keeper geblesseerd was, mocht ik onder de lat. Of in oefenwedstrijden. Bij FC Amsterdam was ik later tijdens partijtjes vaak een van de twee centrale verdedigers. Meevoetballen was voor mij de normaalste zaak van de wereld."
In Argentinië begon Jongbloed als eerste keus aan het WK. In de tweede groepsfase kreeg Schrijvers de voorkeur van bondscoach Ernst Happel, maar de Ajax-doelman blesseerde zich in de laatste poulewedstrijd tegen Italië na een botsing met ploeggenoot Ernie Brandts. Daardoor stond Jongbloed opnieuw onder de lat. "Er was niemand van mijn familie mee. Dat was te ver. Mijn vrouw Dien hield onze sigarenzaak draaiende en voedde Nicole en onze zoon Eric op. Mijn ouders kwamen bijna nooit kijken. Wel zat mijn moeder op de tribune tijdens de WK-finale van 1974. Mijn vader gaf helemaal niets om voetbal. Mijn trouwste fan was mijn zus Suze. Zij ging me op het brommertje overal achterna."
In Oranje heeft Jongbloed tevens het record van meeste minuten op rij zonder tegendoelpunt in handen. 683, in de periode 1975-1978 om precies te zijn. "Mijn naam staat er, maar daarvoor is de volledige verdediging van die tijd verantwoordelijk.” Vele oud-ploeggenoten waren aanwezig bij de boekpresentatie vorig jaar in het clubhuis van AFC, waar Jongbloed vier ochtenden in de week met enkele voetbalmaten koffie drinkt. “Dat was mooi. Ik spreek weinig jongens meer. Sjakie natuurlijk nog, maar hij heeft geen WK-finale gespeeld, haha." Sjaak Swart had bijna deel uitgemaakt van de familie. Jongbloeds zoon Eric had verkering met Swarts dochter Jacqueline toen hij op 23 september 1984 tijdens de Amsterdamse derby Blauw-Wit – DWS fataal werd getroffen door de bliksem. Nicole beschouwt Jacqueline nog steeds als haar meest speciale vriendin.
Bij DWS begon ook de profvoetballoopbaan van vader Jan. "De club had nog geen complex en trainde bij VVA, waar ik toen voetbalde. Ik wilde als kleine jongen al graag in het betaald voetbal terechtkomen. Ik kon de vijfjarige HBS doen, maar koos speciaal voor de MULO. Die deed je in vier jaar. Kon ik me eerder op het voetbal richten. Met DWS werd ik kampioen van de Eerste Divisie (in 1963, red.), een jaar later van de Eredivisie (in 1964, red.) en ik speelde daardoor voor het eerst Europees."
Ajax
Achttien jaar bleef hij DWS/FC Amsterdam trouw. "Er waren zeker mogelijkheden om van club te wisselen, maar dat hoefde van mij niet. Ajax heeft me drie keer geprobeerd te halen, maar ik had niet zoveel met Ajax. Ik moest ook mijn vrije woensdag opgeven. Mijn visdag. Dan zat ik vanaf het moment dat het licht werd tot de schemering met mijn broer Louis op een bootje. Dat kon ik niet missen. Bij FC Amsterdam nam ik mijn eerste vrouw Dien mee naar de eerste contractbespreking met Dé Stoop, de voorzitter en grote geldschieter. Dé was gevoelig voor vrouwen en Dien slim genoeg om daarop in te spelen. Ik vertelde wat Ajax me had geboden voor een contract van twee jaar. Na het derde of vierde gesprek lag er een nieuw contract onder mijn neus voor drie jaar waarin ik meer salaris kreeg. Liverpool toonde ook interesse. Dat wees ik snel af. Vliegangst hè."
In 1977 hapte hij toch na een lucratief bod van Roda JC. "Bert Jacobs werd daar trainer. Ik kende hem van Zandvoortmeeuwen, waar ik vaak ging kijken. Hij polste me of ik meeging. Ik hoefde me pas op dinsdagmiddag te melden voor de training waardoor ik in Amsterdam kon blijven wonen. Als ik wilde overnachten, kon ik gebruikmaken van een kamer in een prachtig kasteel. Het bleef een klere-eind. 256 kilometer enkel, maar ik dwong naast mijn salaris een goede onkostenvergoeding af. Kocht ik een tweedehands Mercedes van. Ik was zo trots. Ik reed altijd Saab. Het kenteken van mijn eerste kan ik nog opdreunen: 72-FB-DS. Nu heb ik weer één", zegt hij en wijst naar de straatkant. "Na mijn contract bij Roda was ik de koning te rijk."
Op zijn 36ste werd Jongbloed voor het eerst fullprof. "Ik bracht eerst leesmappen rond, daarna werkte ik in een laboratorium. Vaak was ik om zes uur klaar. Om zeven uur stond ik op het trainingsveld. Toen ik de kans kreeg om in de Jan Hanzenstraat, bij het Ten Kateplein, een sigarenzaak over te nemen, greep ik die aan. De zaak liep goed. Als zogenaamde bekende Nederlander kwamen veel mensen speciaal langs om een praatje te maken. Eigenlijk hield ik daar niet van. Ach, het hoorde erbij. Ook de komst van de Toto deed de zaak goed. Als visliefhebber opende ik een tweede zaakje in het pand ernaast. Een hengelsportzaak. Toen ik naar Roda vertrok, heb ik alles van de hand gedaan. Ik liep onlangs nog voorbij. Er zit nu een leuk pastarestaurant (Spaghetteria, red.)."
Nekhernia
Een nekhernia zorgde ervoor dat zijn Zuid-Limburgse periode in het voorjaar van 1981 ten einde kwam. "Ik moest een operatie ondergaan en Roda JC vond het risico te groot om me een nieuw contract aan te bieden." HFC Haarlem bood hem de mogelijkheid om als assistent van oefenmeester Hans van Doorneveld aan het trainerschap te ruiken. Zijn toekomst leek bezegeld tot op een vrijdagochtend in de koude winter van 1983 de telefoon ging. Trainer Henk Wullems wilde hem naar Go Ahead Eagles halen. Binnen twee uur moest hij beslissen.
Jongbloed, dan net 42 jaar, moest proberen de rust terug te brengen bij Go Ahead Eagles, dat in degradatiegevaar verkeerde. Het meevoetballen zag Wullems als prettige bijkomstigheid. "Deventer was een klere-eind, maar waarom niet? Mijn afscheid bij Roda JC had onbevredigend gevoeld.” Go Ahead Eagles won zes van de elf duels met Jongbloed onder de lat en bleef Eredivisionist. Twee succesvolle seizoenen in De Adelaarshorst volgden. Het ging goed tot 8 september 1985. Die zondag kreeg hij in de slotfase van HFC Haarlem – Go Ahead Eagles (2-1, red.) last van steken in zijn borst. “Ik speelde dat duel uit, maar na afloop werd de pijn erger. Bleek dat ik een hartinfarct had gehad."
Hij werd opnieuw gedotterd. In 2003 onderging hij een hartoperatie na een nieuw infarct. "Kijk maar eens." Hij doet de bovenste knoopjes van zijn grijze polo los en wrijft met zijn vingers over zijn borst. Een litteken is zichtbaar. “Toen maakten ze je nog helemaal open. Maandenlang liep ik in een korset. Mijn borst en buik zijn nog steeds gevoelig.” Met zijn leeftijd van 44 jaar, negen maanden en veertien dagen is hij nog altijd de oudste speler in de Eredivisie. "Ik stond daar toen niet bij stil. Het verbaast me nog steeds dat er geen andere keeper is geweest die het zo lang volhield." Met 717 wedstrijden bezit hij ook het recordaantal wedstrijden in het betaald voetbal. "Het zijn er 734 hoor. Ik heb het aantal opgevraagd bij de KNVB, maar in overzichten kom ik telkens 717 tegen. Hoe dat kan? Geen idee." Vier records: het doet Jan Jongbloed goed. Trots, maar realistisch. "Het heeft me geen prijs of gouden medaille opgeleverd."
<<kaders>>
Trainerschap
Na zijn actieve loopbaan werkte Jongbloed drie jaar als assistent-trainer van HFC Haarlem, voordat Bert Jacobs hem meenam naar Vitesse. Van 1988 tot 2000 fungeerde hij in Arnhem als assistent-trainer. "Ik bereidde de trainingen voor, leidde ze, maar bleef op papier assistent. Ik heb nooit de papieren Trainer-Coach Betaald Voetbal gehaald. Die verantwoordelijkheid wilde ik niet. Als keeper en aanvoerder droeg ik die last al lange tijd. Als hoofdtrainer was ik nooit 22 jaar bij Vitesse gebleven." De laatste tien jaar was hij er jeugdtrainer. "Ik wilde altijd de B-jeugd trainen. Die jongens hebben al techniek en kon ik net dat laatste zetje geven. Ik speelde standaard 4-3-3. Wie ik heb getraind? Piet Velthuizen, Marco van Ginkel, Davy Pröpper. Mooie namen."
Radioanalist
Op zaterdagochtend schuift Jongbloed vaak aan bij het sportprogramma van Leo Driessen op NH Radio, de zender van Noord-Holland. "Leo ken ik al erg lang. We wonen nog altijd in dezelfde straat. Toen hij me vroeg, stelde ik een eis. Ik kom niet voor twee minuten spreektijd, maar als volwaardige gast. Dat was akkoord. Ik keek de voorgaande jaren weinig voetbal meer op televisie, maar nu pik ik weer het nodige mee. Sowieso de vrijdagavond, omdat ik wel iets zinnigs wil melden. Na de uitzending ga ik snel kijken bij mijn kleindochter Jacky (de tweebenige spits van komend seizoen Pancratius Onder 19, red.)."