In onze Hollandse school-special ging hij uitgebreid in op de verschillen tussen Nederland en Duitsland. Unnerstall: "Van der Sar was jarenlang jullie nummer één, maar sindsdien is het amper voorgekomen dat een keeper drie of vier jaar is blijven staan. Bijlow is goed, maar vaak geblesseerd. Flekken heeft het goed gedaan in Duitsland.
"Wij hebben met Manuel Neuer jarenlang een nummer één gehad en Marc-André ter Stegen was als nummer twee eigenlijk ook een vaste nummer één. Zij voldoen aan het volledige pakket. In Nederland moet een keeper veel kunnen, maar geen van de Nederlandse keepers is in alles top van de top. Of er in Duitsland zoveel discussie zou zijn als er geen absolute nummer één voor handen was? Een goede vraag, maar het is zeker dat het zeuren over keepers er bij jullie meer inzit dan bij ons, haha."
Roger Schmidt
Zelf maakte Unnerstall de veeleisende volksaard van Nederlanders als het op keepers aankomt óók mee. Over Unnerstall als lijnkeeper is geen enkele twijfel, maar zeker bij PSV werd zijn voetballende vermogen regelmatig bekritiseerd. "Trainer Roger Schmidt was bij PSV iemand die écht koos voor een voetballende keeper. Daardoor speelde Yvon Mvogo."
"Natuurlijk dacht en denk ik soms: ga weg met dat voetballende gedeelte; het belangrijkste als keeper is dat je ballen tegenhoudt. Dat moet op één staan en pas dan komt het voetballende gedeelte. Gelukkig hebben we bij FC Twente een ideale mix gevonden tussen beide en daarbij moet ik toegeven dat ik beter ben geworden op voetballend vlak. Er is een groot verschil tussen mij bij VVV-Venlo en PSV en mij bij FC Twente."
Met Roger Schmidt
Dat is niet gek, want Unnerstall heeft de nodige tijd geïnvesteerd in het beter worden met zijn voeten. Meer dan hij ooit heeft gedaan bij FC Schalke 04. In Gelsenkirchen speelde hij samen met onder anderen Klaas-Jan Huntelaar en Raúl, maar werkte hij trainingen voornamelijk afgesloten van de veldspelers af. Bij FC Twente niet. "Heb je een keeper die al heel goed is met zijn voeten, zou het misschien anders zijn, maar ik doe in Nederland aanmerkelijk meer voetballende oefeningen."
"Ik doe vaker mee aan een rondo of aan grotere positiespellen waarbij geen keeper is. Dan sta ik op de kopse kant om ballen te kaatsen, of soms zelfs in het veld. Dat helpt meer dan wanneer ik met de andere keepers een balletje naar elkaar schiet. In Duitsland voegde ik me alleen bij de veldspelers voor de grote partij en hadden we over het algemeen vooral pure keeperstrainingen. Al is dat inmiddels ook alweer tien jaar geleden. Ik verwacht wel dat het veranderd is."