Sari van Veenendaal was jarenlang de vaste sluitpost van het Oranje doel. Na het gewonnen EK in 2017 en meerdere prijzen op clubniveau, besloot ze in 2022 haar schoenen aan de wilgen te hangen. Sinds een jaar is ze binnen de tak vrouwenvoetbal bij de KNVB op de achtergrond actief. “Voor nu wil ik een rol spelen binnen het meiden- en vrouwenvoetbal. Ik ben nog aan het uitzoeken waar dat precies in gaat zijn. Mijn ambitie is in ieder geval om het meiden- en vrouwenvoetbal binnen de organisatie te laten groeien. Daar focus ik mij nu op.”
Als oud-speelster weet ze als de beste hoe het is om een groot toernooi voor eigen fans te spelen. Het is voor haar dan ook belangrijk dat het WK Vrouwen 2027 naar Nederland gehaald wordt. “Ik weet wat het EK in 2017 heeft losgemaakt. Niet alleen op sportief gebied, maar ook alles daaromheen. Het vrouwenvoetbal heeft een ontzettend grote boost gekregen. Tuurlijk zou het prachtig zijn om precies tien jaar na dat gewonnen EK een nieuw toernooi te organiseren.”
Succes te danken aan alle Oranje-support
Waar veel voetballiefhebbers uitkijken naar de definitieve uitslag van het Bid in mei, kijkt Van Veenendaal liever terug op de Oranje-support in 2017. Het jaar dat volgens haar cruciaal was voor alle successen nu. “De Oranje-support van toen heeft zoveel met ons gedaan. Niet alleen voor ons, maar voor het vrouwenvoetbal in het algemeen. Het is een stukje beeldvorming. Als je kijkt naar de amateurverenigingen, wat daar allemaal in de aantallen is losgekomen, kunnen we zeggen dat de impact van zo’n toernooi niet alleen op mij heel erg groot is geweest. Het algemene Oranje-landschap heeft ervan geprofiteerd. Wij zijn toen als vrouwenelftal écht Oranje geworden.”
Ondanks opmars speelsters blijft het aantal keepsters achter
Het aantal meisjes dat zich sinds het gewonnen EK bij een voetbalvereniging heeft aangemeld mag gestegen zijn, maar het aantal keepsters blijft volgens Van Veenendaal nog ver achter op het aantal veldspeelsters. “Wij moeten er nog steeds heel hard aan trekken om keepsters goed op te leiden. Ik denk dat wij keer op keer laten zien dat het een heel leuk vak is en dat wij goede mensen om ons heen hebben, met wie de nieuwe generatie zich door kan ontwikkelen. Neem als voorbeeld Daphne van Domselaar, die het super goed doet."
Of Van Veenendaal jaloers is op haar opvolgster? “Nee, totaal niet zelfs! Ik heb absoluut geen reden om jaloers te zijn. Ik heb toen de keuze gemaakt om te stoppen en dat is mijn keuze geweest. Dat had niks met de concurrentiestrijd te maken. Ik vind het juist super fijn dat wij weer een goede doorstroom hebben. Dat is vooral voor de promotie van keepers erg belangrijk. Daarin lopen wij nog steeds achter ten opzichte van de speelsters. Ik ben er groot voorstander van dat wij nu nieuwe rolmodellen hebben en dat kinderen weer gaan zien hoe leuk het is om te keepen en hoe goed keepsters kunnen zijn. Ik vind het juist heel goed dat Daphne daar weer een volgende rol in gaat spelen."
Van Veenendaal geeft nog iets mee. “Plezier hebben in wat je doet is en blijft het allerbelangrijkst. Het is vooral een kwestie van het keepen heel leuk blijven vinden. Op het moment dat je iets heel vaak gaat doen, word je vanzelf beter. Kijk vooral naar de keepsters die op het allerhoogste niveau spelen. Daarvan kun je heel veel leren.”