Henry Opoku is 32 jaar. Sinds de promotie van ADO’20 naar de Tweede Divisie debuteert niet alleen ADO’20 in deze competitie, maar ook de rechtsback zelf. Hoewel hij nog nooit op het hoogste niveau te zien was, neemt hij een bak aan ervaring mee. De overstap richting zijn nieuwe club kwam niet helemaal uit de lucht vallen. ADO’20 was voor hem geen onbekende club. “Ik heb vaak tegen ADO‘20 gespeeld. Het was altijd een grote warme club met veel historie. Ze maakten vaak bekeravontuurtjes mee en dat zag ik zitten. Fysiek kon ik het nog aan en ik kon het goed combineren met thuis. Mijn partner gaf aan van ‘doe het, je wilt het graag’”. Met succes, want sinds de start van de competitie speelde hij alle zestien competitiewedstrijden en was goed voor een assist.
Een echte leider
Buiten semi-prof is hij als onderzoeker van de GGD Amsterdam werkzaam bij Veilig Thuis Amsterdam. Met zijn werk krijgt Opoku vaak te maken met persoonlijke situaties. “Wij houden ons daar voornamelijk bezig met huiselijk geweld en kindermishandeling. Ik ben dagelijks aan het rennen en vliegen. Ik houd meerdere balletjes hoog. Ik ben naast mijn werk en het voetbal óók vader van twee dochters. Mijn partner ondersteunt mij goed hierin en mijn kinderen vinden het voetbal leuk. Ze komen met zijn allen vaak kijken. Dat geeft mij extra kracht om door te gaan. Dit is terug te zien in de manier waarop ik speel. Dat straalt uit hoe ik als persoon ben. Ik ben sociaal en een teamspeler. Ik probeer andere jongens door mijn ervaringen beter te maken. Ik vind het fijn vind dat iedereen, als we bij elkaar zijn, zich in de groep prettig voelt. Dat is voor mij het allerbelangrijkste.”
Hij mag misschien geen aanvoerder zijn, maar het helpen van mensen is hem met de paplepel ingegoten. “Ik probeer waar nodig iedereen in het veld scherp te krijgen en te ondersteunen. Ik ben inmiddels iets ouder en probeer daarom de jongere jongens wat mee te geven. Denk aan wat er binnen het veld allemaal verwacht wordt en waar ze zich in kunnen verbeteren. Ik probeer zo toegankelijk mogelijk naar ze te zijn, zodat mensen ook mij kunnen aanspreken. Ik sta altijd tussen de jongens, dat is fijn. Ik heb de rol als mentor hier op me genomen. Dat gaat goed en wordt gewaardeerd.”
Geen spijt
Of de routinier spijt heeft gehad van zijn carrière door al op jonge leeftijd een treetje lager in te stappen. “Nee, ik heb hiervan juist meer geleerd. Ik was nog een jonge jongen toen ik bij AFC speelde. Als je als jonge jongen bij de selectie komt, blijf je altijd die jonge jongen. Voor mijn gevoel dacht ik van ‘weet je, ik ga gewoon lager voetballen en als ik daar in het eerste speel en mijn best doe, komt het allemaal vanzelf’. Dat heb ik gedaan en dat heeft voor mij heel goed uitgepakt. Ik leerde veel van de oudere jongens binnen de ploeg en nu merk ik dat ík die jongere jongens juist help. Ik merk door wat ik heb meegekregen, dat ik zoveel mogelijk van die ervaringen aan die jongens hier wil meegeven. Dat vind ik het belangrijkste.”
Meer lezen? Kijk dan op de site van de tweede divisie krant: https://tweededivisiekrant.edities.nl/20232024/nr1/2/. Voor de papieren versie kijk bij je lokale Tweede Divisie club voor het resultaat!!