1974
Het belangrijkste treffen tussen Nederland en Duitsland is helaas ook meteen het pijnlijkste treffen vanuit Nederlands perspectief. Op het wereldkampioenschap van 1974 was Nederland de torenhoge favoriet om wereldkampioen te worden. Met namen als Johan Cruijff, Willem van Hanegem en Johan Neeskens werd dan ook redelijk eenvoudig de finale gehaald, waarin West-Duitsland de tegenstander was.
Ook in de finale leek het allemaal de goede kant op te gaan. Al in de eerste minuut kreeg Cruijff een strafschop, die Neeskens vervolgens raak schoot. Toch wisten de Duitsers via Paul Breitner en Gerd Müller de wedstrijd nog om te draaien en op die manier met 2-1 te winnen. Zo verloor Rinus Michels met zijn team de eerste WK-finale die Nederland speelde. Zoals commentator Herman Kuiphof zei: “zijn we er toch ingetuind”.
1988
Veertien jaar later was het ook weer Rinus Michels, die bondscoach was van het Nederlands elftal. Dit jaar werd een Europees kampioenschap gespeeld en dat werd gehouden in Duitsland. Met grote namen Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard was ook dit toernooi Nederland een serieuze kanshebber voor de eindzege. Na een stroeve groepsfase werd ternauwernood de halve finale gehaald, waar Duitsland de tegenstander was.
In het Volksparkstadion in Hamburg was Nederland de betere, maar het was Lothar Matthäus die Duitsland op voorsprong zette. Na een onterechte strafschop voor Duitsland, werd Nederland echter ook een goedkope penalty gegeven. Zo maakte Ronald Koeman gelijk en met een doelpunt twee minuten voor tijd van Van Basten besliste hij het duel in het voordeel van Nederland. Het trauma van 1974 was hiermee deels verwerkt, maar nog veel belangrijker was het halen van de finale. In de finale werd met 2-0 gewonnen van de Sovjet-Unie, waardoor Nederland Europees kampioen was.
2019
De jongere generaties zullen aan de vorige twee wedstrijden geen herinneringen hebben, maar wellicht wel aan die van 2019. Toen ontmoetten de twee landen elkaar in de EK-kwalificatie. Na een lastige periode waarin Oranje zowel het EK van 2016 en het WK van 2018 miste, kwam in Duitsland de definitieve wederopstanding. Opnieuw in het beroemde Volksparkstadion moest Nederland winnen om naast Duitsland te komen in de kwalificatie.
Wat volgde was een waar spektakelstuk. Die Mannschaft kwam al vroeg op voorsprong, maar via Frenkie de Jong en een Duits eigen doelpunt draaide Nederland het helemaal om. Een strafschop kon Duitsland ditmaal niet redden: Donyell Malen en Georginio Wijnaldum scoorden beiden om de uitslag te bepalen op 2-4 voor Nederland. Het was de opmaat naar de plaatsing voor het EK van 2020, waar heel Nederland zo naar smachtte.