Sherif Ekramy heeft een van de meest opvallende debuutwedstrijden in de geschiedenis van Feyenoord op zijn naam staan. Dat maakt hem een speler waar anno 2020 nog altijd weleens over gesproken wordt. Ekramy stond slechts zeven keer onder de lat in Rotterdam, maar maakte een onuitwisbare indruk.
Vreemde eend
Feyenoord betaalde driehonderdduizend euro om Ekramy op 1 juli 2005 van Al-Ahly over te nemen. De toen nog jonge goalie was een vreemde eend in de bijt. Aan de hand van zijn landgenoot Hossam Ghaly voelde hij zich snel thuis in Rotterdam, maar spelen deed hij amper. Het seizoen 2005/06 zou hij als vierde doelman moeten beginnen. Aanvankelijk zou hij op huurbasis bij Excelsior gaan spelen. Toen de ervaren Gabor Babos op huurbasis naar NEC vertrok, werd hij alsnog doorgeschoven als derde keeper.
Ekramy eindigde het jaar wonder boven wonder als eerste keuze. Dat was het gevolg van een nogal vreemde gang van zaken. Patrick Lodewijks raakte gedurende het seizoen geblesseerd, waarop Maikel Aerts zich onder de lat mocht bewijzen. Aerts ging een paar keer opzichtig in de fout en maakte het ook op 2 april 2006 te bont. Hij gaf de 2-2 voor rust cadeau aan FC Twente's Blaise N'Kufo en meldde trainer Erwin Koeman dat hij het wel gezien had. Aerts weigerde om de tweede helft nog onder de lat plaats te nemen bij Feyenoord.
Affiche
Zo volgde plots het debuut van Ekramy, die na rust zijn doel schoon hield en daarmee een prima affiche afgaf. Koeman bleef ook in de wedstrijden erna voor de Egtypitische goalie kiezen. Ekramy raakte zijn basisplek na zeven wedstrijden weer kwijt en speelde daarna nooit meer voor Feyenoord.
Het overgrote deel van zijn carrière heeft zich voor de sluitpost afgespeeld op vertrouwde grond. Hij keepte de afgelopen tien jaar voor Al-Ahly, de club waar hij zijn jeugdopleiding genoot. Ekramy proefde bij Feyenoord aan Europees geluk, maar werd er niet vrolijk van. In zijn thuisland heeft hij zich tot 24-voudig international kunnen opwerken.