Philip Gililow (17), zoon van Russische ouders, werd geboren in Amstelveen. “Mijn oma was violiste in een groot orkest. Ze reisde daardoor veel en nam mijn vader altijd mee toen hij klein was,” vertelt Gililow vanuit zijn appartementje in Moskou. “Uiteindelijk zijn ze in Nederland terechtgekomen, waar ze bleven wonen. Mijn moeder komt uit de buurt van Moskou en verhuisde vanwege haar werk naar Nederland. Toevallig hebben ze elkaar in Nederland ontmoet en ben ik hier geboren. Toen ik twee jaar oud was zijn ze uit elkaar gegaan. Mijn vader ging terug naar Rusland, maar mijn moeder bleef met mij in Nederland wonen. Ik vond het eerst lastig dat ik niet met mijn beide ouders ben opgegroeid. Ik keek er altijd naar uit om in de vakantie naar mijn vader te gaan. Uiteindelijk heb ik tot mijn veertiende met veel plezier in Nederland gewoond. Het is een prachtig land om in op te groeien.”
In Nederland was zijn voornaamste bezigheid voetbal. Desondanks schreef hij zich pas op zijn elfde in bij lokale voetbalclub RODA ’23. Vanwege zijn enthousiasme en fanatisme wilde hij zich constant verbeteren, ontwikkelen en ging hij voor het hoogst haalbare, al dacht de club daar anders over. “Ik werd op mijn elfde in de D7 gestopt. Het was een team met jongens die niet goed konden voetballen. Ik stak erbovenuit, maar er werd niet naar omgekeken. Iedereen was alleen maar bezig met de selectie-elftallen.” Aan het einde van het seizoen kreeg Gililow hoop op een verbeterde situatie, aangezien hij opviel tijdens de selectieweken. “Ik mocht met de D2 meetrainen, maar toch kwam ik in de D4 terecht. Het begon me dwars te zitten. Dat seizoen is in mijn hoofd een knop omgegaan. Van ‘ik vind het leuk’ naar ‘ik ga er alles aan doen om beter te worden en in een hoger team te komen’. Ik begon steeds vaker te trainen. Individueel of met mijn broertje en vrienden. Het was een mix van plezier en hard werken. Ik had altijd de drive.”
Voor gek verklaard
Het individuele trainen leverde Gililow verschillende reacties op. “Er waren jongens die mij steunden, maar er waren ook jongens die me uitlachten en grappen over mij maakten. Mensen vonden het raar dat ik zo hard ging trainen terwijl ik in de D4 speelde. Ze zeiden dat ik het toch nooit ging halen. Die woorden hebben mij toen extra gemotiveerd om door te gaan. Veel van die mensen schrijven mij nu of over een paar jaar. Dat vind ik wel grappig. Ik zal ze bedanken, maar wil verder niets met ze te maken hebben, haha. Ik zal ze vragen wat ze drie jaar geleden tegen me zeiden. Ik heb geen tijd meer voor die mensen.”
Na vier seizoenen, waarin Gililow niet in een selectie-elftal van RODA ’23 terechtkwam, had hij er genoeg van. “Ik vond mezelf ondertussen goed genoeg voor de selectie (C1 op dat moment, red.), maar toch kwam ik er niet in. Ik vond het onterecht.” Een zomer bij zijn vader bracht hem op nieuwe ideeën. “Hij heeft me altijd gesteund en zag dat ik zo erg mijn best deed. Hij wilde me helpen. Hij zei tegen me: “Zoek op internet een academy of cursus uit, ga wat rondzoeken.” Ik ben een paar dagen gaan rondzoeken en heb hem wat dingen doorgestuurd, waaronder ook de Marcet Academy. “Waarom wil je daar niet gaan kijken?”, vroeg mijn vader aan me. Toen is het heel snel gegaan. Ik ging een week meetrainen in Barcelona. Na die week wilden ze me graag hebben bij de Onder-16. Binnen twee dagen hebben we besloten dat ik het ging doen. Het was top. Veel leuker, intensiever en serieuzer.”
Gililow in het shirt van de Marcet Academy
Grote stappen
En zo maakte Gililow van RODA ’23 de stap naar de Marcet Academy in Barcelona. Hij speelde niet langer tegen RKAVIC en AMVJ, maar tegen clubs als Valencia, Villarreal en Real Zaragoza. “Het niveau was stukken hoger. Ik heb me daar supergoed kunnen ontwikkelen, zeker in het eerste jaar. Het tweede jaar werd helaas onderbroken door corona, waardoor we sinds maart (2020, red.) geen wedstrijden meer konden spelen. Van tevoren had ik met mijn vader afgesproken dat ik maximaal twee jaar bij de academy zou blijven en daarna op zoek zou gaan naar een volgende stap.”
Die stap wordt door corona een stuk lastiger. Vanaf maart speelt hij geen wedstrijden meer en keert hij terug naar zijn familie in Nederland, waar hij uiteindelijk drie maanden blijft. “Het waren denk ik de drie mooiste maanden uit mijn leven. De omstandigheden waren natuurlijk minder, maar ik heb daar zulke mooie herinneringen met mijn familie aan overgehouden. Bijvoorbeeld de dagen dat ik met mijn oom naar het veldje ging om te trainen. Dan stonden we soms twee of drie uur op het veld, gezellig een balletje trappen.”
Connecties
Zijn doel bleef ondanks de coronaperikelen staan: in het seizoen 2020/21 aansluiten bij een professionele club. Daar had de rechtsback annex rechter middenvelder alles voor over. “Ik maakte een LinkedIn-account aan, waarop ik mijn CV en een video van mijn seizoen had staan. Ik ging trainers en clubmensen spammen tot ik door ze geblokkeerd werd, haha. Ik heb denk ik wel driehonderd trainers gecontacteerd, vooral in Nederland, Engeland en Spanje. Van de honderd mensen reageerden er hooguit tien, waarvan er twee ook daadwerkelijk iets doorsturen.”
Ondanks het vele proberen lukt het Gililow niet om door te stoten naar een professionele club. “Bij FC Utrecht hebben ze mijn gegevens doorgestuurd, ook bij NAC Breda. Bij Almere City heb ik met de directeur gesproken en bij Willem II met de hoofdscout. Ze zeiden allemaal nee. Ik begrijp die clubs ook heel goed. Waarschijnlijk krijgen ze zulke berichten iedere dag. Ik vond het al top dat clubs reageerden. Mijn CV was niet goed genoeg. Ik heb bij RODA ’23 niet in de selectie-elftallen gezeten en enkel in een Spaanse academy gespeeld. Het was logisch dat ze het niet aandurfden, zeker in de coronatijd. Toch bleef ik proberen, je weet maar nooit.”
Via een op bijzondere wijze ontstane vriendschap in Nederland kon hij aansluiten bij de Koninklijke HFC. “Dat is wel een grappig verhaal, haha. Een goede vriend van me, Sam van Huffel, speelt nu in Polen. Hij speelde vroeger in de jeugd van ADO Den Haag en trainde individueel op hetzelfde veldje als ik bij RODA ’23. Een keer was ik met een vriend van me op het veldje. Hij zei tegen me: “Kijk, dat is Sam van Huffel, hij speelt bij ADO.” Ik speelde toen nog in de D4. Ik heb heel zijn training met open mond staan kijken, haha! Na de training stuurde ik hem een bericht op Instagram en zo zijn we in contact gekomen. Sindsdien leerde hij ons dingen aan als we op het veldje waren. Bijvoorbeeld hoe je moet schieten dat er een dip in komt, dus dat de bal snel daalt. Heb ik van hem geleerd. Ik begon veel met hem te praten, ook toen ik naar Spanje ging. Toen ik terug naar Nederland kwam zei ik tegen hem dat ik op zoek naar een club was. Hij speelde toen in het eerste van HFC, maar ging al naar Polen toe. Hij gaf mijn contact door en dus kon ik bij de Onder-18 aansluiten. Na de eerste training gaven ze aan dat ik mocht blijven. Uiteindelijk heb ik nee gezegd. Mijn vader vond het geen goede stap voor mij. Met lege handen ging ik terug naar Spanje.”
In juni vertrok hij terug naar de Marcet Academy in Barcelona, nog altijd zonder professionele aanbieding op tafel. “Ik bleef doorschrijven naar clubs, maar het liep op niets uit. Ik sprak iedere dag met een goede kennis van mij, een soort zaakwaarnemer van me.” Via hem kreeg Gililow in september toch nog de kans om zichzelf te bewijzen. “Hij kende een scout in Moskou. Ik mocht bij CSKA een week meetrainen. Als het niet lukte, kon ik ook nog in Krasnodar stage lopen of bij een derde divisieclub aansluiten.”
Gililow (rechts) in het shirt van CSKA Moskou
Zijn voorkeur ging uit naar CSKA Moskou, waar hij vol goede moed en zelfvertrouwen aan de trainingen begon. “Het waren drie dagen. Als ik interessant genoeg was, mocht ik nog een week langer meetrainen. Na drie dagen werd ik met de Onder-19 meegestuurd, ondanks dat ik eigenlijk in de Onder-18 zou gaan spelen. Na een goede week wist ik zelf eigenlijk wel dat ik mocht blijven, maar officieel kreeg ik het na twee weken te horen. Ik mocht bij de Onder-19 aansluiten. Hier is dat het enige team onder het eerste elftal, er is geen Onder-23 of Onder-21. Het enige probleem: ik mag met de Onder-19 nog geen wedstrijden spelen aangezien ze me niet op tijd hebben aangemeld. Dus ik speel nu met de Onder-18.”
Zelfverzekerdheid
Hoe kan een jongen die bij zijn lokale amateurclub niet in de selectie-elftallen terechtkomt enkele jaren later in de jeugdopleiding van CSKA Moskou voetballen? “Ik heb er altijd hard voor gewerkt. Ik wist dat er een moment zou komen dat ik mezelf mocht laten zien. Dat moment was in september. Ik heb laten zien wat ik kan en ben blij dat het zo gelopen is. Het is een topclub. Maar ik ben nooit tevreden: ik wil nog hoger, naar de Onder-19 en uiteindelijk naar het eerste elftal. Je mag in deze positie niet stoppen of denken dat je beter bent dan anderen. Waar je ook speelt, bij Real Madrid of bij NAC Breda, je kan altijd iets verbeteren.”
Binnen drie jaar zet hij de stap van Amstelveen naar Moskou. Niet alleen op het veld een grote stap, maar ook daarbuiten: de verschillen tussen Amstelveen en Moskou zijn groot. “De mensen zijn hier anders. Het grootste verschil met mensen in Nederland is dat ze daar altijd vrolijk zijn. Logisch ook, als je kijkt naar hoe mensen daar leven. Hier zijn wat meer gesloten mensen. Wat kouder, misschien ook door het winterse klimaat. Mensen komen minder vrolijk over, maar dat is enkel op het eerste gezicht. Uiteindelijk zijn Russische mensen net zo gastvriendelijk."
“Wat ik zeker weet is dat in Nederland de infrastructuur beter is geregeld. Sport en ontwikkeling is daar belangrijk, dat merk je. Ik woonde in Amstelveen. Vanaf mijn huis kon ik te voet binnen vijf minuten naar drie voetbalvelden lopen. Hier in Rusland is dat zeker niet zo. Ook zijn veel velden in Nederland open en worden ze goed bijgehouden. Dat heeft het voor mij ook makkelijker gemaakt.” Gililow hecht veel waarde aan ‘zijn’ veldjes in Amstelveen. “Ik heb daar hele mooie momenten beleefd. Gingen we eerst naar de Appie om eten te kopen en dan gingen we naar het veldje. Ik heb daar hele dagen doorgebracht."
EK
Veertien jaar lang woonde hij in Nederland, het land waar hij opgroeide en zijn voetbalopleiding genoot. Aan de andere kant: Russische ouders, Russische familie, inmiddels wonend in Rusland. Voor wie hij gejuicht heeft deze zomer? “Haha, goede vraag. Sowieso voor allebei. Als ze de finale tegen elkaar speelden? Moeilijk hoor. Als ik nu voor Rusland kies, worden alle Nederlanders boos maar als ik voor Nederland kies worden alle Russen boos, haha! Waarschijnlijk wel voor Rusland. Nederland is een heel mooi land en ik ben blij dat ik er ben opgegroeid, maar mijn moeder is Russisch, mijn vader is Russisch, mijn geloof is Russisch. Het staat net iets dichterbij mijn hart.” Toch zal hij Nederland nooit vergeten. “Ik hoop ooit nog terug te keren om op professioneel niveau in Nederland te voetballen.”