De Zuid-Koreaan droomde al zijn leven lang van een carrière in Europa, en is niet het type om zijn slagingskansen over te laten aan het toeval of een zaakwaarnemer. En dus liep hij daar. De Amsterdam ArenA al in zicht. Met in zijn rechterhand een plastic Albert Heijn-tas met daarin zijn voetbalschoenen.
Suk is het bewijs dat dromen kunnen uitkomen, als je het maar probeert. En proberen deed hij. Zo vaak dat Martin Jol hem maar een kans besloot te geven. De Haagse trainer was na een week wel nieuwsgierig geworden naar die extreem verlegen en beleefde Aziaat die zich dagelijks aan het hek van het trainingsveld meldde met de vraag of hij alsjeblieft een keer mocht meetrainen.
En Suk kon nog voetballen ook.
Zo goed zelfs dat Ajax hem meteen een meerjarig contract voorlegde. Niemand wist precies waar hij vandaan kwam, maar die lange Koreaan schoot op de training de ene na de andere bal snoeihard in de kruising.
De onmogelijkheid van communicatie nam Jol voor lief. Jol: “Hij spreekt geen Engels en geen Nederlands. Het enige dat hij steeds zegt is 'joaaa'. Nou, daar moeten we het maar mee doen.” Zo kon het gebeuren dat Suk urenlang door de ArenA dwaalde, niet wetend waar hij ergens moest zijn. Ook leefde hij als gevolg van de taalbarrière wekenlang in de veronderstelling dat teamgenoot Jan Vertonghen een liefdesrelatie had met een zesjarige.
Suk, Suk, Suk
Het publiek in de ArenA zag er de humor wel van in. Telkens als Jol Suk tijdens een wedstrijd de dug-out uit stuurde voor een warming-up werd de spits, inmiddels liefdevol omgedoopt tot Aanwaai-Koreaan, begroet met een luid applaus. “Suk, Suk, Suk” en “Alle ballen op Suk olé, olé” is slechts een kleine greep uit het oeuvre dat speciaal voor die ijverige Koreaan op de knalgele kicksen werd opgetuigd.
Een succes werd het verblijf in Amsterdam niet. Daarvoor was zijn inbreng op het veld te klein en de concurrentie te groot. Maar een blijvende indruk achterlaten deed hij wel, zeker bij het publiek. Prachtig zijn de beelden op YouTube waar Bruce Lee Suk de bal tijdens een trainingssessie van een meter of twee hoogte uit de lucht plukt. Met zijn voeten. Luis Suarez en Marko Pantelic staan erbij en kijken ernaar alsof ze een 1,90 meter lange Koreaan over de vluchtstrook van de Ringweg Zuid zien lopen.
Opgeleefd
Ook bij FC Groningen lukte het niet om belangrijk te worden. En ook bij FC Groningen vielen teamgenoten van de ene verbazing in de andere. Zoals aan de eettafel. Suk bleek er aparte eetgewoonten op na te houden. Het voor-, hoofd- en nagerecht nuttigde hij het liefst tegelijkertijd. Vlees, noodles, ijs en stroop: hij maakte er een grote hoop van en schrokte die hoop naar binnen nog voordat de rest van het team aan het hoofdgerecht was begonnen.
En nu speelt Suk in Frankrijk bij Troyes, nadat hij eerder was neergestreken bij onder meer Debrecen, Trabzonspor en FC Porto. Het FC Porto waar iedere aankoop in goud verandert. Na periodes bij Marítimo, Nacional en een even kort als lucratief uitstapje naar Al-Ahli bleek Suk bij Vitória toch meer dan een ijverige Koreaan met merkwaardige eetgewoonten. Vanuit alle hoeken en standen was hij er trefzeker.
Bij het tekenen van zijn contract in Porto poseerde Suk trots in het blauwwit gestreepte shirt, met korte mouwen. De schriele jongensarmen van de Aanwaai-Koreaan van weleer zijn uitgegroeid tot potige armen vol tatoeages. In het midden, pontificaal op zijn onderarm, staan drie andreaskruisen. Vlak daarboven het logo van de club waar zijn Europese droom werkelijkheid werd.