Zo ritmisch als zijn naam klinkt, zo ritmisch deed hij van zich spreken met zijn bijzondere uitspattingen. Wie met Abubakari Yakubu werkte keek na een poos nergens meer raar van op. Geen wonder dat hij zich bij Vitesse het meest op zijn gemak voelde.
Bikkelhard als het moest, en soms ook als het niet hoefde. Abubakari Yakubu was een middenvelder van het soort dat Ajax er in de jaren die volgden na zijn debuut in 1999 nog meer zou verslijten. En ook Anthony Obodai en Eyong Enoh werden na een snelle opkomst minstens zo snel weer afgeserveerd.
Yakubu was een beetje gek. Hij speelde bij Vitesse in een tijd dat je al tot 'de normalen' behoorde als je níet graag in je onderbroek poseerde in een vijver vol koikarpers of als je géén morrende supporters wilde pleasen met het aantrekken van een Afrikaanse vechtarend. Toch was Yakubu zelfs bij dat Vitesse een beetje gek. Dat vond hij zelf overigens ook.
Sterker nog, Yakubu stipte zijn kleurrijke karakter aan als de reden voor zijn vertrek bij Ajax, dat zich volgens Yakubu geen raad wist met zijn eigenzinnige gedrag. Niet alleen onder Frank de Boer waren eigenzinnige spelers in Amsterdam ongeveer even populair als mensen die nibbits eten in de stiltecoupé.
Yakubu's keuze voor Vitesse was daarmee alleszins een logische. Al kwam die transfer, in de zomer van 2004, niet zonder slag of stoot tot stand. Toen zaakwaarnemer Ger Lagendijk zijn cliënt bij diens huis wilde oppikken voor een afspraak met het bestuur van Vitesse stond hij voor een gesloten deur. Niemand deed open. Yakubu bleek zonder zich te hebben afgemeld bij Ajax ziek op bed te liggen. In Ghana.
Speler van het Jaar
Eenmaal gearriveerd in Arnhem had Yakubu weinig tijd nodig om zich aan te passen. Al in zijn eerste seizoen werd hij door de supporters verkozen tot speler van het jaar. Als centrumverdediger nota bene. Hij leverde de onverzettelijkheid die men in Amsterdam traditiegetrouw nooit op waarde schat.
Zo goed als in zijn eerste jaar bij Vitesse werd Yakubu echter niet meer. Na zijn succesvolle debuutseizoen was hij nog vier seizoenen actief aan de Rijn. Vier seizoenen waarin hij vooral opviel door andere kwaliteiten dan voetballende. Handelskwaliteiten bijvoorbeeld. Ondanks zijn riante salaris als profvoetballer werd Yakubu meermaals achter het Centraal Station gespot, waar hij mobiele telefoons aan de man probeerde te brengen.
Ook bleek er een heuse dichter schuil te gaan in de Ghanees international. Toen de spelers van Vitesse op verzoek van trainer Hans Westerhof de bezoekers van de open dag trakteerden op geïmproviseerde rijmelarij, richtte Yakubu zich tot Piet Velthuizen, die op dat moment in Peking verbleef voor de Olympische Spelen.
“Olympische spelen,
Hij is grote miet,
Want hij is er niet,
Doelman Piet.”
Over zijn kwaliteiten als coureur was Vitesse minder te spreken. Naar verluidt reed Yakubu buiten de bebouwde kom graag vijftig kilometer per uur en binnen de bebouwde kom 120. Nadat hij zich in 2007 voor de zoveelste keer te laat op de club had gemeld verplichtte Vitesse hem te verhuizen.
Spoorloos
In 2009 kwam het avontuur van Yakubu in Arnhem geruisloos ten einde. En sindsdien bleef het ook stil. Op internet is nauwelijks iets te vinden over het leven van Abubakari Yakubu na zijn vertrek bij Vitesse. Hij probeerde nog een contract af te dwingen bij het Duitse 1860 München, maar zijn inspanningen bleken vruchteloos. Wel blijkt er op eBay een levendige handel te bestaan in Panini-kaartjes van de spraakmakende Ghanees. Al voor 1,99 euro bent u de trotse eigenaar van een afbeelding van Yakubu, in het shirt van Ajax, terwijl hij een bal hooghoudt. Een collector's item, sinds het tragische eind in een ziekenhuisbed in Tema meer dan ooit tevoren.