Met een kwast in de ene hand en een pot gele verf in de andere stond Barry van Galen in het Haarlemstadion naar de training van de plaatselijke profclub te kijken. Het repertoire van René Froger fluitend. Vogelvrij. Dostojewski schreef ooit: geld is gemunte vrijheid. Voor Barry van Galen is een kwast de gehaarde vrijheid. De kwast is zijn witte duif.
Wat Barry van Galen toen nog niets wist is dat hij een jaar later zelf op het veld zou staan bij de club uit zijn geboortestad. Voor het begin van een geheel nieuwe carrière. Een carrière die hem langs Haarlem, Roda JC, NAC en AZ zou leiden. Een carrière die hem een heleboel minder gehaarde, maar een hoop meer gemunte vrijheid zou brengen dan zijn carrière als schilder deed. Een carrière, ook, die hem bij tijd en wijle zou doen terugverlangen naar vroegere tijden. “Ik heb tijdens mijn voetballoopbaan vaker gedacht: wat maakt het uit, dan ga ik toch weer op de steiger staan? Dan was ik het voetbal effe zat en zag ik mezelf al op de ladder staan. Schilderen was voor mij vrijheid.”
PLAKBOEK
Ergens in huize Van Galen ligt een plakboek dat de bewogen carrière van Barry van Galen samenvat. Zijn vader plakte jarenlang ieder artikel dat over zijn zoon verscheen in het boek. Hij paste daarbij geen kuisheidsfilter toe. Zo staan tussen de artikelen over de UEFA Cup-halve finale met AZ of over het glorieuze Oranje-debuut tegen Andorra, met 34 jaar op dat moment de oudste debutant ooit, en alle lofzangen op een van de beste linkerbenen die de Eredivisie kende, ook stukken met een minder gracieuze rol voor Van Galen.
Zoals de artikelen over Richard Stricker, die na een botsing met Van Galen met een slagaderlijke bloeding in het ziekenhuis belandde en voor zijn leven moest vechten. Zelfs de artikelen over vermeende opzet. Ook in het plakboek: een artikel over een man uit Haarlem die gearresteerd werd omdat hij met een steigerpijp over de Haarlemse Kampervest wilde fierljeppen. Een man met genoeg vrijheid maar niet genoeg steigerpijp om de overkant te halen.
De cultstatus
De voetbalcarrière van Barry van Galen is net zo rijk aan hoogtepunten als aan dieptepunten. Alsof goede en slechte momenten altijd in evenwicht moesten blijven. 77 doelpunten, 84 kaarten, waarvan vier rode. Die carrière is ook minstens zo rijk aan anekdotes. Zo vertelt Piet Keur in de documentaire 'Barry van Galen, de geniale gek' over die keer dat Barry van Galen uit een hotelraam klom om buiten de bierblikjes van de grond te halen zodat niemand kon zien dat ze gedronken hadden. “Barry klom in z'n blote kont naar beneden. Toen zag de hele trainersstaf hem even later in z'n blootje door de hoofdingang van het hotel naar binnen lopen.”
En verhaalt Henk Timmer over Barry van Galens ontmoeting met Feyenoord-aanwinst Alexander Östlund. “Feyenoord had een viking aangetrokken, schreven de kranten. Binnen tien minuten tegen Barry ging die viking eruit, met een bebloed shirt. Dat kwam dus door Barry. Die had even daarvoor een tackle gekregen van Cory Gibbs maar dacht dat die viking dat had gedaan. 'Ow, dan had ik de verkeerde', zei hij droogjes toen hij dat ontdekte.”
Tegenwoordig is Barry van Galen scout voor de club waarmee hij zijn grootste successen vierde: AZ. In elf jaar speuren naar talenten haalde hij latere kaskrakers als Vincent Janssen naar Alkmaar en gaf hij het financieel geplaagde AZ de gemunte vrijheid terug.