Geen enkele speler is veilig als Alexander Büttner in je team speelt. Daar zijn inmiddels heel wat spelers achter gekomen. De 36-jarige Büttner is altijd in voor een grapje en zijn medespelers bij Vitesse weten dat als geen ander. "We hadden een zware training achter de rug en Giovanni van Zwam wilde deodorant gebruiken. Alleen heeft hij geen deospray, maar een deoroller. Ik had twee van zijn rollers uit zijn tas gepakt en over mijn teennagels gerold. Mijn hele voeten zaten onder zijn deo. Even later had hij gedoucht en zat ik naast hem. Ik zag hoe hij zijn oksels begon in te smeren, dus ik schoot al in de lach. Hij wist meteen dat ik iets had uitgehaald." Ook Andy Visser ontkomt niet aan de streken van de aanvoerder van de Arnhemmers. "Laatst had Andy nieuwe schoenen waar hij ontzettend blij mee was. Dus trok ik ze aan en ging er een bosloop mee doen. Kreeg hij ze helemaal zwart terug! Of een ander voorbeeld: tijdens het eten had ik de dop van een potje zout losgedraaid. Toen hij wat zout over zijn eten wilde strooien, viel het hele potje leeg. Iedereen kwam niet meer bij van het lachen."
Ook in zijn eerste periode bij Vitesse stond Büttner bekend om zijn grappen. "Destijds speelde ik samen met Wilfried Bony. Hij kwam vanwege zijn geloof in een wit gewaad naar de club. Natuurlijk heb je daar respect voor. Toen ik de kleedkamer binnenliep, wees hij meteen met zijn vinger naar me, als waarschuwing dat ik niets moest doen. Hij weet natuurlijk dat ik graag een beetje loop te ouwehoeren. Maar ik dacht: weet je wat, ik trek dat gewaad gewoon aan, voetbalschoenen eronder, en zo ben ik naar het trainingsveld gelopen. Iedereen ging stuk van het lachen. Gelukkig kon hij er zelf ook hard om lachen." Ook Piet Velthuizen moest het in die tijd vaak ontgelden. "Op De Slenk, onze oude trainingsaccommodatie, moesten we altijd een flink stuk lopen naar het veld. Voordat we naar buiten gingen, had ik in de kleedkamer stiekem de vingertopjes van zijn keepershandschoenen afgeknipt. Hij had het pas door toen hij tijdens een partijvorm zijn handschoenen aantrok. Dat was een schitterend gezicht: deed hij die dingen aan, kwamen ineens al zijn vingers tevoorschijn! De eerste die hij aankeek, was natuurlijk ik. De rest van de training heeft hij me alleen maar achternagezeten. Maar ja, Piet is een goede vriend, dus hij wist meteen hoe laat het was."
Büttners grappen beperkten zich niet tot een paar vaste slachtoffers; bijna iedereen moest eraan geloven. Maar als er één speler was die het vaakst aan de beurt was, dan was het wel goede vriend Etienne Vaessen. "Ik en 'Edje' zaten naast elkaar in de kleedkamer bij RKC Waalwijk. Het gebeurde regelmatig dat iemands telefoon of schoenen compleet waren ingetapet. Niet met één rolletje, maar met vier, waardoor hij uren bezig was om ze uit te pakken. Edje was mijn favoriete slachtoffer. Zijn auto was ook vaak de klos. Zo werd die eens het stadion ingereden, precies passend, waardoor hij hem amper eruit kreeg. Een andere keer parkeerde Hans Mulder zijn auto midden in een goal. Hij had een rotdag en geen zin om te manoeuvreren, dus reed hij gewoon met goal en al weg. Edje was er helemaal klaar mee en checkte de camera’s. Toen hij zag dat Hans de dader was, besloot hij meteen wraak te nemen: de volgende ochtend zat er een bak water in Hans’ kluisje, vastgemaakt met tape, klaar om bij het openen naar beneden te kletteren. Zelf heb ik bij Etienne ook weleens water in zijn voetbalschoenen gegoten en die in de diepvries gezet. De volgende dag wilde hij ze aantrekken, maar trof alleen een blok ijs aan. Natuurlijk werd ik ook teruggepakt. Als je veel uitdeelt, moet je ook kunnen incasseren. Mijn spullen zijn al vaak genoeg ingetapet of verstopt, die kreeg ik dan pas laat terug."
Büttner heeft in verschillende competities gespeeld, maar in iedere kleedkamer is humor een vast onderdeel. Een van de clubs waar Büttner speelde, was De Graafschap. Ook bij de 'Superboeren' werden spelers regelmatig in de maling genomen. "Bij De Graafschap had ik een groepje met Jeffry Fortes, Philip Brittijn, Donny Warmerdam, Rio Hillen en mijn neefje Giovanni Büttner. Er werd dagelijks wel een grap uitgehaald, en degene die het slachtoffer was, moest zelf uitvinden wie de dader was. Iedereen gaf mij standaard de schuld. Ik bleef volhouden dat ik het niet was, soms was dat ook echt zo. Maar eerlijk is eerlijk, meestal had ik er wel iets mee te maken. Toch bleef ik ontkennen, al kwamen ze er uiteindelijk altijd achter. Neem Donny Warmerdam, bijvoorbeeld. Hij kon eindeloos ouwehoeren. Als hij ballen moest signeren, schreef hij soms expres een compleet andere naam op, zoals ‘Tinus’, een vriend van mij. En natuurlijk kreeg ik daar dan weer de schuld van."
Al die grappen horen er volgens Büttner bij. "Voor mij is kleedkamerhumor enorm belangrijk. Er is altijd respect voor elkaar; je maakt geen spullen kapot. Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand echt boos werd. Op het veld verdwijnt dat alles en wordt het serieus, maar een geintje hoort erbij. Het versterkt de groepsband en is onlosmakelijk verbonden met het voetbal. Dat moet ook gewoon kunnen en gebeurt nog steeds." Als een van de ervaren spelers ziet Büttner dat de jongere generatie dit ook nog steeds omarmt. "Bij Vitesse hebben we momenteel een ontzettend leuke groep. We kunnen allemaal goed met elkaar opschieten en vormen een hecht team. Maar als ik me verveel, pak ik toch vaak twee rolletjes tape en ga ik even aan de slag."
Alexander Büttner geeft voor volgende keer het stokje door aan middenvelder Donny Warmerdam.