Keeper: Kristoffer Nordfeldt (Genclerbirligi)
“Met Kristoffer speelde ik samen bij sc Heerenveen. Ik sloot als reservekeeper aan vanuit de Feyenoord-jeugd en wist niet wat ik zag. Ik heb met veel keepers mogen trainen, maar Kristoffer was veruit de beste. Ik zag hem dingen doen waarvan ik dacht: dit ga ik nooit kunnen. Absurde reflexen, een bizar atletisch vermogen en technisch goed onderlegd. Ik spreek hem niet meer, maar zag wel dat hij inmiddels weer terug is bij de Zweedse nationale ploeg.”
Rechtsback: Rick Karsdorp (AS Roma)
“Rick ken ik vanuit mijn tijd bij Feyenoord. Hij is nu natuurlijk rechtsback, maar toen speelde hij nog als aanvallende middenvelder. We speelden ook enkele jeugdinterlands samen. Rick is een fantastische speler, maar bovenal een leuke gozer. Hij is zo gek als een deur. Ik heb mooie herinneringen aan hem. Ook als ik hem later in Rotterdam nog weleens tegenkwam was het direct ouderwets gezellig. Het is mooi om te zien dat hij het nu goed doet bij AS Roma.”
Centrale verdediger: Jeremiah St. Juste (FSV Mainz)
“Jerry is zo’n atleet, dat is echt abnormaal. Hoe snel hij beweegt en hoe hoog hij kan springen is krankzinnig. Hij heeft een hele mooie en sierlijke speelstijl. Ik ken weinig verdedigers die zo mooi kunnen tackelen. Toch is zijn natuurlijke zelfvertrouwen een kwaliteit die er voor mij echt bovenuit sprong. Dat was indrukwekkend en mooi om te zien. Een aardige jongen en een waanzinnig goede verdediger.”
Centrale verdediger: Nathan Aké (Manchester City)
“Met Nathan speelde ik al samen bij Feyenoord voordat hij naar Chelsea ging. Ik zat ook bij hem op school. Niet in dezelfde klas, wel in dezelfde lichting. Bij Nathan zag je meteen dat hij het wel ging redden. Hij was altijd het megatalent dat boven iedereen uitstak. Geen wonder dat hij al vroeg naar Engeland kon. Later kwam ik hem nog tegen bij de jeugdteams van Oranje. Aan Nathan heb ik vooral uit onze tijd bij Feyenoord mooie herinneringen. Bij ieder jeugdtoernooi was hij een soort attractie die vergeleken werd met Ruud Gullit, door zijn kapsel. Dat was altijd wel grappig! Het was soms wel bizar en haast intimiderend om te zien hoe ver jongens als Nathan en Vilhena voorliepen op de rest.”
Linksback: Terence Kongolo (Fulham)
“Op links ga ik voor Terence Kongolo, als gelegenheid linksback. Ook weer zo’n genetische freak. Terence heeft de langste benen die ik ooit gezien heb. À la Inspector Gadget. Toen hij naar AS Monaco ging, dacht ik echt dat hij het zou gaan redden. Het verbaast me zelfs een beetje dat het anders is gelopen, want Terence is zo’n goede verdediger. Ik had verwacht dat hij de Europese top zou halen. In de jeugd was Terence echt een fenomeen!”
Centrale Middenvelder: Marten de Roon (Atalanta Bergamo)
“Bij Marten zie je soms niet hoe goed hij eigenlijk is. Bij Heerenveen speelde ik een jaar samen met hem voor hij naar Atalanta vertrok. Hij was een goede en rustige aanvoerder. Ik weet nog dat hij in een wedstrijd tegen FC Twente uitviel en dat we als team volledig de controle verloren. Binnen tien minuten kregen we drie goals tegen. Marten is als het cement tussen de stenen. Je merkt pas echt wat hij extra brengt als hij er niet is. Hij lijkt soms misschien onzichtbaar, maar is enorm belangrijk. Ik vind het mooi om te zien dat hij is uitgegroeid tot volwaardig international bij Oranje.”
Centrale Middenvelder: Tonny Vilhena (Krasnodar)
“Met Tonny heb ik heel de jeugdopleiding van Feyenoord doorlopen. Tonny mocht wel vaak met een lichting hoger meedoen. We woonden dicht bij elkaar en gingen vaak samen naar Varkenoord. Dat waren gezellige ritjes die ik niet zal vergeten. Ik heb nog nooit iemand gezien met zo’n bizarre drive om het te maken in het profvoetbal als Tonny. Tonny wilde altijd winnen en de beste zijn. Als wij het als ploeg tijdens wedstrijden even niet meer wisten, gaven we de bal aan Tonny. Dan deed hij vanzelf wel wat goed was. Ik weet nog goed dat hij als tweedejaars B-junior negentig minuten speelde in Feyenoord 1 tegen Twente uit. Hij bleef moeiteloos overeind. Ongekend!”
Aanvallende middenvelder: Hakim Ziyech (Chelsea)
“Met Ziyech speelde ik het kortst samen, maar hij moest wel in dit elftal komen! Bij Heerenveen heb ik hem in de voorbereiding meegemaakt en dat was niet normaal. Tijdens afwerkvormen schoot hij de ene na de andere bal in de winkelhaak met dat uitzonderlijke linkerbeen. Het werd geaccepteerd dat hij wat vaker een bal verloor omdat je wist dat hij toch nog wel een doelpunt zou maken. Helaas vertrok hij na een paar wedstrijden naar FC Twente.”
Rechtsbuiten: Ricardo Kishna (ADO den Haag)
“Met Kishna voetbalde ik al samen bij de KNVB regio-elftallen en later bij Jong Oranje. Als ik puur naar techniek kijk is Kishna misschien wel de beste speler die ik van dichtbij heb meegemaakt. Ook als tegenstander was het altijd bizar om te zien. Toen ik in de ArenA op de bank zat bij Heerenveen gaf hij onze rechtsback Stefano Marzo een gruwelijke panna. Daar werd achteraf natuurlijk wel een beetje om gelachen. Het was een iconische panna die veel mensen zich nog zullen herinneren.”
Spits: Mark Uth (Schalke 04)
“Ik weet nog goed dat Mark terugkwam van zijn uitleenbeurt aan Heracles en van Heerenveen rugnummer negentien kreeg. Daar was hij niet blij mee, want hij voelde zich de nummer negen. Met Dalgaard was er een nieuwe spits bij gekomen maar dat bleek een flop te zijn. Toen begon Mark ineens de pannen van het dak te spelen. Afwerksessies met Mark waren enorm frustrerend. Ik ken weinig mensen die zo hard kunnen schieten met de binnenkant van hun wreef. Hij deed altijd hetzelfde, maar het was vrijwel onhoudbaar. Hij wilde na de training altijd even afronden. ‘Fokkie even afwerken,’ zei hij dan, met zijn gekke Duitse accent.”
Linksbuiten: Sam Larsson (Dalian Pro, China)
“Sam Larsson was in mijn tijd bij Heerenveen de absolute ster. Als ik op de training met korte partijtjes in zijn team speelde wist ik vooraf al dat ik ging winnen. Je gaf hem de bal, hij ging dribbelen en maakte een doelpunt. Ook in wedstrijden hield hij ons vaak overeind. Een fenomeen. Buiten zijn voetballende kwaliteiten is het een hele lieve en aardige jongen. Ik ben goed bevriend met hem geraakt. Ook nadat hij naar Feyenoord ging hadden we nog vaak contact. Toen werd hij meermaals uitgefloten door zijn eigen publiek en daar had hij soms weleens last van. Je merkt aan alles dat de harde kant van de voetbalwereld niet helemaal bij zijn persoonlijkheid past.”
Wisselspelers:
Jeff Hardeveld – Heracles Almelo (teamgenoot in de Feyenoord-jeugd)
“De man van glas van Heracles. Had zonder blessures makkelijk de Nederlandse top kunnen bereiken.”
Branco van den Boomen – Toulouse (teamgenoot bij sc Heerenveen)
“Aan de bal fantastisch. Als hij net iets sneller was, had hij ook in de Nederlandse top gespeeld.”
Morten Thorsby – Sampdoria (teamgenoot bij sc Heerenveen)
“Zwaar onderschatte Duracell. Bezig aan een droomcarrière.”
Jerdy Schouten – Bologna (teamgenoot bij Excelsior)
“Topgozer en een topspeler. In Nederland hebben de grote clubs lopen slapen.”
Vincent Janssen – Monterrey (teamgenoot in de Feyenoord-jeugd)
“Een zieke tweebenige raket. Ik heb veel balletjes mogen rapen tijdens afwerkvormen.”