Keeper: Edwin van der Sar (Ajax)
"Zwakke punten had hij niet. Niet voor niets heeft hij de absolute wereldtop bereikt en 130 interlands achter zijn naam staan. Edwin had alles. Hem passeren was haast onmogelijk. In het shirt van Willem II lukte het me twee keer in één wedstrijd (op 25 april 1999, red.)."
Rechtsback: Mario Melchiot (Ajax)
"Lang, spijkerhard en technisch goed. Een ongewone combinatie. We komen allebei uit Amsterdam-Noord, kennen elkaar van kleins af aan en zaten in hetzelfde busje naar De Meer. In de jeugd bij De Volewijckers en Ajax speelde hij centraal. Op rechts brak hij internationaal en in Oranje door. Hij schoot nooit een bal blind naar voren en koos altijd voor de voetballende oplossing."
Rechter centrale verdediger: Sami Hyypiä (Willem II)
"Sami was kopsterk, technisch goed geschoold, met een mooie loopstijl. Bij Liverpool maakte hij prachtige jaren mee. Hij werd er een cultheld. Sami is een fantastisch mens. Iemand op wie je altijd kunt bouwen. Jammer genoeg heb ik geen contact meer met hem."
Linker centrale verdediger: Frank de Boer (Ajax)
"Net als Ronald is Frank niet de langste. Desondanks was hij kopsterk. Hij beschikte over een geweldige pass, techniek en voetbalde heel slim. Hij stond altijd goed opgesteld. Ronald en Frank zijn leuke jongens. Twee van de eersten met wie ik een praatje maak als ik bij Ajax ben."
Linksback: Delano Hill (Willem II)
"Lang, fysiek sterk, snel en een voorbeeld en inspiratiebron op het gebied van werk en ethiek. We hebben nog veel contact, omdat we allebei in de fitnessbranche werkzaam zijn. Ik exploiteerde als franchisenemer fit20 in Tilburg, Delano deed hetzelfde in meerdere steden. Sinds vier maanden ben ik eigenaar van Healthclub The Rise in Tilburg."
Rechtshalf: Ronald de Boer (Ajax)
"Waar je Ronald ook opstelde, overal voerde hij zijn taken goed uit en speelde hij een uitstekende wedstrijd. Hij was altijd aanspeelbaar en wist precies waar zijn medespelers stonden. Hij beschikte over een fantastische techniek en maakte mooie goals. Een prettige persoon ook."
Centrale middenvelder: Tomás Galásek (Willem II)
"Een voorbeeldprof. Een hele rustige jongen. Hij was tweebenig, loste alles voetballend op en liet anderen beter voetballen. Voor zo’n speler komen supporters naar het stadion. Een prachtig mens bovendien die nooit hoog van de toren blies. Later bij Ajax liet hij zien zijn positie ook op een hoger niveau op dezelfde wijze te kunnen invullen."
Linkshalf: Jari Litmanen (Ajax)
"Een baltovenaar. Op het trainingsveld kon ik genieten van zijn inzicht en de wijze waarop hij passjes verstuurde. Een rustige persoon die nauwelijks met zijn mond, maar vooral met zijn voeten sprak. Onder meer met prachtige doelpunten."
Rechtsbuiten: Dani (Ajax)
"Ik speelde regelmatig met hem in het tweede van Ajax. Als voetballer had hij alles. Hij was sluw, snel, kon aan de bal versnellen en beschikte over een geweldige balbeheersing. Naar zulke voetballers kijk ik graag."
Spits: Patrick Kluivert (Ajax)
"Als jeugdspeler keek ik op tegen Stefan Pettersson, destijds spits van het eerste elftal. Patrick zat een lichting boven me en was mijn tweede voorbeeld. Hij scoorde gemakkelijk. Met links of rechts, dat maakte niet uit. Hij was mentaal ijzersterk. Wat hij meemaakte buiten het veld had weinig impact op zijn prestaties. Als persoon altijd outgoing."
Linksbuiten: Peter Hoekstra (Ajax)
"Natuurlijk was Marc Overmars ook een fantastische linksbuiten, maar Peter Hoekstra had snelheid en beschikte over een fantastische techniek, waardoor hij zijn tegenstanders altijd handig passeerde. Technisch was hij zo begaafd. Hij was tweebenig en zijn voorzetten waren loepzuiver."
Wisselspelers:
Denny Landzaat (Willem II)
Martijn Reuser (Ajax)
Adil Ramzi (Willem II)
Nwankwo Kanu (Ajax)
Johan Steur (FC Volendam)
Bart Latuheru (NEC)
Trainer: Co Adriaanse (Willem II)
"Met Louis van Gaal, Johan Neeskens en een vaderfiguur als Gerard van der Lem maakte ik goede trainers mee. Met Adriaanse had ik de beste klik. Hij was ook het langst mijn trainer. Zijn directheid sprak me aan. Net als zijn ambitie, drive en voorkeur voor aanvallend spel. Hij gooide liever een vierde spits erin dan een vijfde verdediger. Daarmee verraste hij niet alleen tegenstanders, maar ook ons regelmatig. Ik waardeerde dat hij iedereen hetzelfde behandelde. Te laat is te laat, ook al betrof het de aanvoerder. Die rechtlijnigheid ervoer ik later pas in Duitsland. Mijn vader Rob was jarenlang voorzitter van De Volewijckers en kent Adriaanse, die daar zijn profloopbaan begon, goed."