Als we de Rotterdammer spreken heeft hij net zijn rentree gemaakt na lang blessureleed. Een geïrriteerde patellapees zorgt ervoor dat Alberto vanaf december drie maanden aan de kant staat. “Ik heb hard gewerkt om terug te komen. Dan moet je denken aan cardiowerk en fysieke oefeningen zodat mijn knie sterker wordt. Ik was vrijwel elke dag van negen tot vier op de club voor mijn herstel.”
Voor zijn blessure traint Alberto mee met de eerste selectie, maar werkt hij zijn wedstrijden voornamelijk af in de Tweede Divisie voor Jong Sparta. Is dat niet lastig voor een speler die vroeger het stempel groot talent kreeg opgespeld? “Nee, het is niet moeilijk om me op te laden voor de Tweede Divisie. Het is juist heel fijn dat ik daar minuten kan maken, want als ik ouder was geweest dan had dat niet meer gekund. Natuurlijk denk ik soms: dit had ik een paar jaar geleden niet voor ogen. Maar het is absoluut niet zo dat ik met tegenzin bij Jong Sparta speel.”
Eén minuut PSV
De centrale verdediger begint op vierjarige leeftijd met voetballen en kan na een aantal jaar naar Feyenoord. In Rotterdam-Zuid, waar Alberto ter wereld kwam, moet hij na drie jaar vertrekken. Via Spartaan ’20 en Sparta Rotterdam komt hij uiteindelijk terecht bij PSV. “Dat zag ik als een mooie nieuwe stap. Ik wilde mezelf bij PSV net zo laten zien als bij Sparta. Ik heb geen spijt van die keuze, want ik maakte de beslissing met de volle honderd procent overtuiging. Ik woonde met mijn vader in Eindhoven en heb er veel nieuwe mensen leren kennen en vrienden gemaakt. Een onwijs leuke tijd.”
Eén minuut speelt Alberto uiteindelijk in het eerste elftal van de Eindhovenaren. In een competitiewedstrijd met Heracles Almelo vervangt hij Abel Tamata net voor het laatste fluitsignaal. “Dat blijft een van de mooiste momenten uit mijn loopbaan. Weinig mensen kunnen zeggen dat ze ooit voor PSV hebben gevoetbald. Het is jammer dat het bij een minuut is gebleven, maar die minuut draag ik heel m’n leven met me mee. Ik heb Mark van Bommel ook meegemaakt bij PSV. Vanaf het eerste moment zag je al dat hij zou doorgroeien naar PSV 1. Dat zag je vooral aan de manier hoe hij op het veld stond. Hij was heel duidelijk, maar tegelijkertijd heel relaxed.”
Nadien gaat Alberto naar NEC en sinds afgelopen zomer is hij terug op het oude nest van Sparta. Als hij reflecteert op zijn loopbaan steekt Alberto zijn hand vooral in eigen boezem. “Het is niet gelopen zoals ik wilde, maar uiteindelijk ligt dat aan jezelf. Ik heb niet genoeg laten zien om minuten te maken in het eerste. Ik ben waar ik nu ben en dat is niet waar ik dacht dat ik zou zijn. Mijn contract loopt tot de zomer van 2020, maar ik weet nog niet precies wat ik wil. Komende zomer is ook de Gold Cup, waar ik graag bij zou willen zijn en mezelf wil laten zien.”
Familie
In zijn jeugdjaren draagt Alberto meermaals het oranje tenue van het Nederlands elftal, maar in 2017 kiest hij definitief voor Curaçao. Inmiddels speelde Alberto drie interlands. “Het is heel relaxed. Er wordt heel anders toegeleefd naar een wedstrijd dan in Nederland. We zijn heel de dag met elkaar en draaien de hele tijd muziek. Iedereen geniet van de gezelligheid onder elkaar. Omdat we geen groot land zijn is er minder druk, maar op de wedstrijddag staat iedereen er.”
Alberto merkt dat de goede prestaties van de nationale voetbalploeg meer en meer gaan leven onder de bevolking van Curaçao. “Iedereen is heel trots op ons. Als we over het eiland rijden met de bus, dan zwaait en klapt iedereen. Mijn ouders komen beiden van Curaçao en zijn logischerwijs heel trots. Ik ben dan wel geboren in Rotterdam, maar heb nog veel familie op het eiland wonen. Familie die ik sinds mijn jonge jaren niet meer had gezien, komt nu kijken naar mijn wedstrijden. Echt heel mooi om mee te maken.”