Zijn achternaam doet vermoeden dat hij niet van Nederlandse afkomst is. Niets is minder waar. Joey Antonioli is geboren en getogen in de omgeving van Utrecht. “Ik heb mijn achternaam te danken aan mijn Italiaanse opa van een aantal generaties terug. Verder heb ik geen Italiaanse roots. Dit vind ik jammer. Ik heb toch een Italiaanse achternaam en had hier graag iets van mee gekregen.” Ondanks zijn, naar eigen zeggen, gebrek aan Italiaanse roots geniet hij een opvallende naam in de voetballerij. Niet alleen zijn Italiaanse achternaam valt op, maar ook zijn voetbaltalent.
“Ik begon mijn carrière bij CSW. Dit is een amateurclub uit Wilnis waar ik in totaal drie jaar speelde. Daarna pikte Ajax mij op en speelde ik ook daar drie seizoenen. Helaas mocht ik niet blijven en maakte ik een tussenstap bij AFC. Hier voetbalde ik een klein jaar. Dit kwam omdat Volendam mij vrij snel op het oog kreeg en me graag wilden hebben. Inmiddels speel ik al zes seizoenen voor Volendam.” Dat het snel gaat in de voetballerij ondervond Antonioli aan de levende lijven. Het ene moment brachten zijn moeder en opa hem iedere dag vanuit Utrecht naar de club en het andere moment woont hij samen met teamgenoot Denso Kasius in Volendam. “Het is met het openbaar vervoer eigenlijk niet te doen om elke dag van Utrecht naar Volendam te reizen. We trainen iedere dag en voor mijn herstel is het beter dat ik nu dichterbij woon.”
School
De dagen van de jonge middenvelder staan volop in het teken van voetbal. “We zijn iedere dag met de selectie van negen uur ’s ochtends tot drie uur ’s middags op de club. In de ochtend trainen we twee uur, daarna douchen en lunchen we samen. Na de lunch staat er een krachtsessie in de gym op het programma. Ik ben zelf niet graag in de gym te vinden. Het is dat het verplicht is, anders zou ik het sneller overslaan, denk ik.” Dat het leven van Antonioli er anders uitziet dan dat van de gemiddelde tiener is duidelijk, maar er zijn ook overeenkomsten. Een van die overeenkomsten is school.
“Ik volg de opleiding sport en bewegen hier in Volendam. De club bood de opleiding aan en zo begon ik ermee. Op dit moment is het goed te combineren met het voetballen, maar binnenkort moet ik stage gaan lopen. Hierdoor moet ik meer tijd aan school besteden, maar gelukkig ben ik iedere middag na drie uur vrij. Als het aan mij lag zou ik geen opleiding volgen, maar mijn moeder vindt het belangrijk dat ik mijn diploma haal”, vertelt de middenvelder lachend.
Ondanks dat het jonge talent van FC Volendam niet meer thuis woont zijn zijn moeder en opa nog altijd even belangrijk voor hem. “Mijn ouders zijn niet meer bij elkaar. Toen ik een jaar of twee was vertrok mijn vader en sindsdien spreek ik hem niet meer. Ik heb daar verder niet zoveel moeite mee, omdat ik mijn moeder en opa heb. Ik zie mijn opa eigenlijk als mijn vader. Ik heb een hele goede band met hem, ook op voetbalgebied. We zijn het wel eens oneens met elkaar, omdat hij het vaak beter denk te weten dan ik. Ook over mijn wedstrijden heeft hij zijn eigen mening. Hij is altijd erg kritisch, maar hij zegt het ook wanneer ik het wel goed doe. Hij probeert me op deze manier beter te maken.”
Contract
Niet zijn opa, maar Antonioli zelf is misschien wel zijn grootste criticaster. Wanneer hij over zijn debuut vertelt weet hij direct wat er beter kon. “Ik heb mijn eigen spel kunnen spelen, maar ik was té onzichtbaar. Dit heb ik nu nog steeds af en toe. Hier spreek ik regelmatig met de trainer (Wim Jonk, red.) over en tijdens de trainingen en wedstrijden probeer ik hieraan te werken. Een van mijn sterke punten is mijn dribbel. Door deze vaker te gebruiken word ik zichtbaarder en kan ik meer mijn stempel drukken op de wedstrijd.”
Een aantal maanden na zijn debuut tekende de technisch vaardige middenvelder zijn eerste contract bij FC Volendam. “Het was een fantastisch moment om op zo’n jonge leeftijd een profcontract te mogen tekenen. Ik was er heel blij mee en het gaf me ook een stukje zekerheid. Het toont aan dat de club op de lange termijn vertrouwen in me heeft.”
Inmiddels is Antonioli vast onderdeel van de selectie van het eerste elftal, maar maakt hij ook regelmatig minuten in Jong FC Volendam. “Elke dag train ik met de selectie en zit ik op de vrijdagen bij de wedstrijdselectie. Aan de hand van de minuten die ik maak bij het eerste worden mijn minuten bij Jong bepaald. Het is belangrijk voor een jonge speler, zoals ik, om veel minuten te maken en me te blijven ontwikkelen. Op deze manier werkt dat goed en behoud ik wedstrijdritme.”
Tweede Divisie
Het jonge talent komt regelmatig in actie in de Tweede Divisie en merkt dat hij hier veel leert. “Door de ervaringen die ik opdoe in deze competitie leerde ik om slimmer te lopen in het veld. Eerst was ik altijd heel druk in het veld. Ik was veel aan het rennen en maakte onnodige meters, maar ik herken de momenten nu beter om een diepte loopactie te maken. Hierdoor creëer ik niet alleen ruimte voor mezelf, maar ook voor een medespeler.”
In de Tweede Divisie staat hij niet op het veld met leeftijdgenoten, maar met ervaren mannen. “Ze zijn een stapje verder en slimmer dan ik. Ik denk dat dit mede door hun ervaring komt. Ook fysiek moet ik stappen maken om het voetbal aan te kunnen. Ik ben, als ik naar mezelf kijk, een klein jongetje vergeleken met de binken in de Tweede Divisie. Er lopen hier ook veel oud Eredivisie-spelers rond. Door tegen hen te spelen krijg ik het volwassen mannenvoetbal sneller onder de knie en haak ik misschien sneller aan bij de selectie.”
De jonge voetballer zit vol met ambitie. Over het doel van het eerste elftal dit seizoen is hij duidelijk: promoveren naar de Eredivisie. “Mijn persoonlijke doel is om zoveel mogelijk minuten te maken bij zowel Jong als bij het eerste elftal. Hopelijk kan ik mijn goaltjes en assists meepikken. Veel ervaring opdoen in de Tweede Divisie mag zeker niet ontbreken op mijn lijstje.”