In 1970 geboren in het stadsdeel Santos van de Braziliaanse miljoenenstad São Paulo lijkt Djalminha voorbestemd om net als zijn vader ook bij de club van Pelé en Neymar door te breken. Maar FC Santos ziet de kleine dribbelaar over het hoofd en Flamengo met Djalminha aan de haal gaan. De aartsrivaal uit die andere Braziliaanse metropool is getipt en neemt wel de moeite om de sloppenwijken in te duiken. Na een paar wedstrijden weet Fla genoeg. De grootmacht biedt de 16-jarige spelverdeler de kans om het drugsgeweld in zijn geboortewijk te ontvluchten.
Op weg naar een betere toekomst volgt in 1989 zijn debuut en al snel heeft Brazilië in de gaten dat Djalminha een van grootste beloften van zijn generatie is. Niet in de laatste plaats dankzij zijn buitengewone balbehandeling en accuratesse bij standaardsituaties. Groot is dan ook de verbazing als hij in 1993 sportief een grote stap achterwaarts zet met de club Guarani uit zijn geboortestad. Pas een jaar later blijkt dat het Djalminha vooral te doen is om de poen. Zijn nieuwe werkgever heeft nogal goede contacten in Japan en om zijn toekomst veilig te stellen ziet hij een avontuurtje in het land van de rijzende zon wel zitten. Nog binnen het jaar verkast hij op huurbasis naar Shimizu S-Pulse, waar hij een half jaartje zijn zakken flink vult.
Als zijn bankrekening gespekt is, kondigt Djalminha groots aan nu echt werk van zijn carrière te willen maken. Alle Braziliaanse topclubs pikken dat signaal op en bieden aan zijn loopbaan weer vlot te willen trekken. Palmeiras wordt het tussenstation. Voor de Alviverde speelt Djalminha een briljant seizoen, dat hem in 1996 de Bola de Ouro (Braziliaans Voetballer van het Jaar) en zijn debuut voor de Goddelijke Kanaries oplevert. Het opent tevens de poort naar het grote geld in Europa, waar hij met Deportivo La Coruna andermaal een prima keuze maakt. Onder zijn hoofdcoach en landgenoot Carlos Alberto Silva heeft Os Turcos de titeljacht ingezet op Real Madrid en FC Barcelona en in dat streven is de club op zoek naar een waardige vervanger van de naar Barca getransfereerde ster Rivaldo.
De tien miljoen euro kostende Djalminha past perfect in het Iberiaanse pulletje en beneemt bij tijd en wijlen de adem van het publiek met zijn onovertroffen techniek en overzicht. De bewondering heeft de international ook hard nodig om tegenwicht te bieden aan zijn flamboyante karakter. Niet zelden heeft hij het aan de stok met medespelers en tegenstanders en komt zijn agressieve karakter boven drijven. Het gevolg: een stortvloed aan rode en gele kaarten. Met name na de vervanging van Silva door trainer Javier Irrureta komt zijn nare trekje steeds vaker aan de oppervlakte. Vanwege zijn leeuwenaandeel in het kampioenschap van Super Depor in 2000 (tien goals) wordt dat lange tijd met de mantel der liefde bedekt.
In 2002 is er echter geen redden meer aan. Nadat Irrureta een zuivere goal van Djalminha op de training afkeurt, krijgt de middenvelder zo'n waas voor de ogen, dat -ie zijn baas een kopstoot geeft. Zijn verblijf bij Depor is acuut ten einde en bondscoach Luis Felipe Scolari besluit meteen om hem buiten de Selecao te houden voor het gewonnen WK in Zuid-Korea en Japan. Djalminha's gloriedagen zijn geteld. Hij gaat nog mislukte avonturen aan bij Austria Wien en het Mexicaase Club America, maar zet in 2004 gedesillusioneerd een punt achter zijn loopbaan. Die had hem zonder loszittende steekjes in zijn hoofd zomaar op gelijke hoogte te kunnen brengen met zijn generatiegenoot en boezemvriend Ronaldo.